Onderhoud
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste
10 bedrijfsuren
Na de eerste
50 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Na de eerste
200 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
Om de 1500 bedrijfsuren
of de twee jaar, waarbij
de kortste periode moet
worden aangehouden
1
Als de indicator rood is
Belangrijk
Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsprocedure
• Spanning van de drijfriem van het maaidek controleren.
• Spanning van de riem van ventilator en wisselstroomdynamo controleren.
• Wielmoeren aandraaien.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
• De borgmoeren op de draaipunten aandraaien.
• Vet in alle smeernippels spuiten.
• Luchtfilter controleren.
• Accuzuurpeil en aansluitingen van de accukabels controleren.
• Spanning van de drijfriem van het maaidek controleren.
• Onderkant van de maaikast en ruimte onder drijfriemkappen reinigen.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Slangen van koelsysteem controleren.
• Spanning van de riem van ventilator en wisselstroomdynamo controleren.
• Hydraulische vloeistof verversen.
• De hydraulische filters vervangen.
• Tandwielolie van voorste planeetwielaandrijving en olie in remsysteem verversen.
• Olie van de achteras verversen.
• Wielmoeren aandraaien.
• Vonkenvanger onderhoudsbeurt geven.
1
• Luchtfilter reinigen.
• Brandstoffilters vervangen (brandstoffilter/waterafscheider en voorfilter).
• Brandstofleidingen en aansluitingen controleren.
• Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
• Olie in de achteras controleren.
• Tandwielolie van voorste planeetwielaandrijving en olie in remsysteem controleren.
• Brandstoftank aftappen en reinigen.
• Hydraulische vloeistof verversen.
• De hydraulische filters vervangen.
• Tandwielolie van voorste planeetwielaandrijving en olie in remsysteem verversen.
• Olie van de achteras verversen.
• De drijfriemen van de maaidekken controleren.
• Zwenkwielsets van maaidek controleren.
• Toespoor van het achterwiel controleren.
• Klepspeling controleren en afstellen.
• Loszittende slangen vervangen.
• Veiligheidsschakelaars vervangen.
• Koelsysteem schoonspoelen en vloeistof verversen.
33