4. Het hoortoestel gebruiken
Stap 5.2 Een hoortoestel plaatsen met individueel
oorstukje
Met uw rechterhand neemt u het oorstukje voor het
rechteroor (rode markering op het hoortoestel, zie stap
5.1) tussen uw duim en wijsvinger (Fig. 5b).
Beweeg het oorstukje in de richting van uw oor
(Fig. 5b). Plaats het deel van de gehoorgang van het
oorstukje in uw gehoorgang (zie het groen omcirkelde
deel, Fig. 5b). Plaats daarna het hoortoestel achter
uw oor (Fig. 5c). Plaats ten slotte het bovenste deel van
het oorstukje in het bovenste deel van uw oorschelp
(Fig. 5d).
Fig. 5b
Fig. 5c
Fig. 5d
24