Storingen
4. Storingen
Wanneer de overstortdruk (manometer op
de voordrukzijde) sterk afwijkt van het inge-
stelde setpoint, dan moet eerst de doorlaat-
baarheid van de stuurleidingen en het
naaldsmoorventiel en filter worden gecon-
troleerd.
Bij andere oorzaken zoals een lek mem-
braan of beschadigde zitting en klep ver-
dient het aanbeveling, om de servicedienst
te informeren of het overstortventiel ter repa-
ratie aan de leverancier te verzenden.
Opmerking: Bij een onstabiel regelgedrag
kan met het naaldsmoorventiel verder wor-
den gesmoord, om de stabiliteit te vergro-
ten. Daarbij wordt de sluittijd van de rege-
laar verhoogd.
Opgelet:
Bij een gesloten naaldsmoorventiel kan het
regelventiel bij de inbedrijfname niet meer
sluiten, waardoor de druk p
aan de redu-
2
ceerdrukzijde dwangmatig toeneemt tot de
voordruk p
.
1
6
EB 2552-2