Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Samson 2335 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 2

Inhoudsopgave

Advertenties

Constructie en werking
1. Constructie en werking
Het overstortventiel bestaat uit het door-
gangsventiel met stelbalg of membraan en
het aangebouwde hulpstuurventiel met bij-
behorend filter en naaldsmoorventiel. Het
overstortventiel heeft als taak om de voor
het regelventiel heersende druk constant te
houden op het setpoint zoals ingesteld op
het hulpstuurventiel.
Het medium stroomt in de richting van de
pijl door de ruimte die wordt vrijgegeven
door de zitting (2) en de klep (3), waarbij
de klepstand de te regelen voordruk (over-
stortdruk) bepaald.
Daarbij worden de krachten vergeleken, die
worden uitgeoefend aan de ene zijde door
de voordruk p
op het klepoppervlak en
1
aan de andere zijde door de stuurdruk p
(bepaald door het naaldsmoorventiel en het
hulpstuurventiel) op het oppervlak van de
Het instrument mag alleen door vakpersoneel dat bekend is met de
montage, de inbedrijfname en het bedrijf van dit product, worden ge-
monteerd en in bedrijf worden genomen.
Vakpersoneel in de zin van dit inbouw- en bedieningsvoorschrift is
personeel, dat op grond van de vaktechnische opleiding, de kennis en
ervaring plus de bekendheid met de geldende normen, de hun opge-
dragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren
daarbij kunnen onderkennen.
Gevaren die kunnen ontstaan aan het apparaat door het medium en
de bedrijfsdruk, moeten met daarvoor geschikte maatregelen worden
voorkomen.
Bovendien moet worden gewaarborgd dat de regelaar alleen daar
wordt toegepast, waar de bedrijfsdruk en de temperaturen die waar-
den, welke ten grondslag lagen aan de bestelling, niet overschrijden.
Deskundig transport en correcte opslag van het apparaat is een abso-
lute voorwaarde.
2
EB 2552-2
stelbalgbodem (5) resp. het membraan (6)
en de stelveren (7).
Bij toenemende voordruk p
stuurventiel (8) verder geopend, daardoor
neemt de stuurdruk p
stang (4) met klep (3) in de openingsrich-
ting bewegen, tot een nieuwe evenwichtstoe-
stand is bereikt en de voordruk p
overeenstemt met het ingestelde setpoint.
Wanneer de voordruk afneemt, verloopt
deze procedure omgekeerd. Het hulpstuur-
ventiel gaat verder naar de gesloten stand,
zodat de stuurdruk p
tielklep zich dus ook in de gesloten stand
beweegt tot aan het bereiken van het set-
point.
Bij een gesloten hulpstuurventiel komt de
stuurdruk p
s
het regelventiel wordt door de veren (7) ge-
s
sloten.
wordt het hulp-
1
af, zodat de klep-
s
toeneemt en de ven-
s
overeen met de voordruk p
weer
1
en
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave