Montagehandleiding
CAN-Busnetwerk
Klemmenoverzicht CAN-Busleiding
Richtlijnen voor de opbouw van een CAN-Netwerk
Technische basisprincipes
2,5V
CH1 – CAN-H
CH2 – CAN-L
1V/Div.
1V/Div.
De datasignalen CAN-H en CAN-L
Afscherming van de kabel
Het scherm van de buskabel dient bij ieder knooppunt goed geleidend te worden
doorverbonden. Bij grotere netwerken wordt aanbevolen het scherm in de
potentiaalvereffening volgens de voorbeelden op te nemen.
Potentiaalvereffening
Bijzonder belangrijk is een verbinding met de aarde met een zo laag mogelijke ohmse
weerstand. Bij het invoeren van kabels in een gebouw dient erop te worden gelet, indien
mogelijk, deze op dezelfde plaats in te voeren en alle op dezelfde potentiaalvereffening aan
te sluiten (S
verkrijgen om in het geval van een overspanning op een kabel (blikseminslag) een zo laag
mogelijk potentiaalverschil met de overige verbindingen te hebben. Daarnaast dient een
scheiding van de kabels met de bliksembeveiliging te worden gerealiseerd.
De potentiaalvereffening heeft ook positieve eigenschappen m.b.t. verstoringen in de
kabelverbindingen.
12
CH1 - CAN-H
CH2 - CAN-L
Tijd /Div.
250µs
E
P
-principe). De reden hiervoor is, nagenoeg gelijke potentialen te
ingle
entry
oint
De CAN-Bus bestaat uit de verbindingen CAN-High,
CAN-Low, GND en een +12V voeding voor
Buscomponenten, welke niet over een eigen
voeding beschikken. De totale last van alle
apparaten met 12V- en 24V-voeding mag
gezamenlijk niet meer als 6 Watt bedragen.
Een CAN-netwerk is lineair op te bouwen en aan
ieder netwerkeinde dient een eindweerstand te
worden voorzien. Dit wordt door de terminering van
de eindapparaten voorzien.
Bij grotere netwerken (via meerdere gebouwen)
kunnen problemen door elektromagnetische
storingen en potentiaalverschillen optreden.
Om deze problemen te vermijden cq. verregaand te
beheersen zijn de volgende maatregelen te nemen: