Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden
weergegeven. Door het weergeven van meer details is het
mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Maritiem: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de
waterkaartmodus weer te geven
pagina
31).
Segmenten tekenen: Hiermee worden segmenten als een
gekleurde lijn op de kaart weergegeven of verborgen.
Route-instellingen
U kunt de route-instellingen wijzigen om de routeberekening
voor elke activiteit aan te passen.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Activiteiten
en apps. Selecteer vervolgens een activiteit, de
activiteitinstellingen en Routebepaling.
Activiteit: Stelt een activiteit voor routebepaling in. Het toestel
berekent routes die zijn geoptimaliseerd voor het huidige type
activiteit.
Koersen: Hiermee stelt u in hoe u met het toestel koersen volgt.
Gebruik de optie Volg koers om zonder herberekening een
koers precies zo te volgen als deze wordt weergegeven. Met
de optie Kaart gebruiken kunt u aan de hand van kaarten een
koers volgen en de route opnieuw berekenen als u hiervan
bent afgeweken.
Berekeningswijze: Hiermee stelt u de berekeningswijze in op
het minimaliseren van tijd, afstand of stijging in routes.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke typen wegen of
transportmiddelen in routes moeten worden vermeden.
Type: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer in die wordt
weergegeven tijdens directe routebepaling.
Auto Lap
Ronden op afstand markeren
U kunt Auto Lap gebruiken om een ronde bij een bepaalde
afstand automatisch te markeren. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een activiteit wilt
vergelijken (bijvoorbeeld elke 1 mijl of 5 km).
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Lap.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Auto Lap om Auto Lap in of uit te schakelen.
• Selecteer Automatische afstand om de afstand voor elke
ronde automatisch in te stellen.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel laat ook een
pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
(Systeeminstellingen, pagina
U kunt, indien gewenst, de gegevenspagina's aanpassen en
extra rondegegevens weergeven
aanpassen, pagina
25).
De rondewaarschuwing wijzigen
U kunt enkele gegevensvelden wijzigen die worden
weergegeven in de rondewaarschuwing.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
Uw toestel aanpassen
(Instellingen waterkaart,
32).
(Gegevensschermen
5
Selecteer Auto Lap > Rondewaarschuwing.
6
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
7
Selecteer Bekijk (optioneel).
Auto Pause
inschakelen
®
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te pauzeren wanneer u stopt met bewegen. Dit is
handig als in uw activiteit verkeerslichten of andere plaatsen
waar u moet stoppen, voorkomen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Pause.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt als u de timer automatisch wilt
laten stoppen als u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepast als u de timer automatisch wilt laten
stoppen zodra uw tempo of snelheid onder een bepaalde
waarde komt.
Automatisch klimmen inschakelen
U kunt de functie Automatisch klimmen gebruiken om
automatisch hoogteverschillen te detecteren. U kunt deze
functie gebruiken tijdens activiteiten zoals klimmen, hiken,
hardlopen of fietsen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Automatisch klimmen > Status > Aan.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Hardloopscherm om te zien welk
gegevensscherm wordt weergegeven tijdens hardlopen.
• Selecteer Klimscherm om te zien welk gegevensscherm
wordt weergegeven tijdens klimmen.
• Selecteer Keer kleuren om om de schermkleuren om te
keren bij wijziging van de modus.
• Selecteer Verticale snelheid om de stijgsnelheid over tijd
in te stellen.
• Selecteer Modusschakelaar om in te stellen hoe snel het
toestel van modus wisselt.
3D-snelheid en -afstand
U kunt de 3D-snelheid en -afstand instellen om uw snelheid of
afstand te meten via zowel uw hoogtewijziging als uw
horizontale verplaatsing over de grond. U kunt deze functie
gebruiken tijdens activiteiten zoals skiën, klimmen, navigeren,
hiken, hardlopen of fietsen.
De Lap-knop in- en uitschakelen
U kunt de Ronde-toets instelling inschakelen om een ronde of
rustpauze tijdens een activiteit vast te leggen met LAP. U kunt
de Ronde-toets instelling uitschakelen als u wilt voorkomen dat
u een ronde vastlegt door per ongeluk op de Lap-knop te
drukken tijdens een activiteit.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps.
27