3.4 Pneumatische installatie (alleen aanwezig in geval van
optionele systemen)
De lijst PNEUMATISCHE onderdelen van de machine en het pneumatische schema zijn
bij deze handleiding gevoegd (Deel SPARE PART LIST).
Het is belangrijk dat de perslucht die nodig is voor de werking van de pneumatische
onderdelen gezuiverd is. De aanwezigheid van onzuiverheden in de lucht, afkomstig van de
compressor, en condensvocht, bevorderen namelijk de slijtage van de pakkingen en de
verplaatsingsoppervlakken en compromitteren de werking en de levensduur van de
pneumatische onderdelen.
Voor de afstelling van de luchtdruk in de pneumatische installatie, is de machine uitgerust met
een speciale module voorzien van een vergrendelbare afsluiter, van een drukregelaar, van een
filter en een manometer.
1
Vergrendelbare afsluiter
2
Drukregelaar
3
Voeding Ø10
4
Manometer
5
Filter
Hieronder worden de gegevens voor de pneumatische installatie vermeld:
- Werkdruk : 6 bar
- Max. graad van onzuiverheid : 40 µm (vaste deeltjes) , 0,5 PPM (vloeibare deeltjes)
Raadpleeg voor het luchtverbruik dat wat is aangegeven voor de aangeschafte optionele kit.
Afstelling van de pneumatische installatie
Om de lucht in de pneumatische installatie af te laten, moet men de afsluiter (1) bedienen en
vervolgens aan de knop van de regelaar (2) draaien, controleer daarbij het bereikte drukniveau
op de manometer (4). Op de machine is ook een drukregelaar geïnstalleerd, die zich in het
elektrische schakelbord van de machine bevindt. Wanneer er geen lucht in de installatie is,
voorziet deze drukregelaar via het bedieningspaneel om het vastgestelde probleem te
signaleren. Bij de levering is de machine afgesteld om op te treden wanneer de druk onder de
drempel van 4 bar daalt (raadpleeg de gebruikshandleiding van de drukregelaar om de
afstelling eventueel te wijzigen). Om aan te sluiten, moet men de luchtbron aanbrengen op de
toevoerkoppeling (3) met een buis van Ø10 mm.
Fig. 3.4.1
15