Inhoudsopgave
Advertenties
Indienststelling
Instelling appendages voor het
gastransport
2
Omschakeling aardgas – vloeibaar gas
Aardgas E / H
Restrictie
Aansluitingsdruk gas
Max. CO
2
Min. CO
2
Aardgas LL
Restrictie
Aansluitingsdruk gas
Max. CO
2
Min. CO
2
Vloeibaar gas
Restrictie
Aansluitingsdruk gas
Max. CO
2
Min. CO
2
Het verschil tussen minimum en maximum CO
1
TRIGON 22
mm
5,55
mbar
20 - 30
8,8 ± 0,2
%
8,5 ± 0,2
%
TRIGON 22
mm
5,55
mbar
20 - 30
8,3 ± 0,2
%
8,0 ± 0,2
%
TRIGON 22
mm
3,4
mbar
30 - 50
9,8 ± 0,2
%
9,5 ± 0,2
%
waarde moet altijd 0,3% bedragen.
2
Instelling LL-gas apparaten *
•
Apparaat aansluiten voor water,
gas en elektriciteit
Omwille van de verschillende ont-
stekingskarakteristieken van
LL aardgas en E aardgas moet het
gas-luchtmensel worden aangepast.
Voor uw eigen veiligheid is het
aangeraden om de klemmenstrook af
te dichten.
•
Gasmengsel verhogen door het
in tegenwijzerzin verdraaien van
de instelschroef ( 1) op het
venturi.
•
Na ontsteking kan mits het in-
stellen van het gasventiel (2) de
voorgeschreven CO
ingesteld worden.
*)
Voor België
Instellingen zijn verzegeld,
mogen niet veranderd worden.
TRIGON 33
TRIGON 44
-
20 - 30
8,8 ± 0,2
8,5 ± 0,2
TRIGON 33
TRIGON 44
20 - 30
8,3 ± 0,2
8,0 ± 0,2
TRIGON 33
TRIGON 44
5,55
30 - 50
9,8 ± 0,2
9,5 ± 0,2
-waarde
2
-
20 - 30
8,8 ± 0,2
8,5 ± 0,2
20 - 30
8,3 ± 0,2
8,0 ± 0,2
5,55
30 - 50
9,8 ± 0,2
9,5 ± 0,2
21
Advertenties
Inhoudsopgave
