Symptoom
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
De bovendraad breekt.
Het schuifvlak op de grijper is niet glad. Er zitten
brandplekken op.
1 Grijperloophuisgebied
De draad is los in het grijpervlak.
De speling tussen de grijper en het loophuis is te
groot.
De grijper draait niet soepel.
• Verwijder pluisjes, reinig de grijper en breng
olie aan.
De ruimte tussen de grijperstop en de grijper kan
niet worden afgesteld.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
• Trek met de hand vanaf de onderzijde van de
borduurvoet aan de bovendraad en controleer
of de draad soepel beweegt. Als de draad niet
soepel beweegt, is deze niet goed ingeregen.
Haal de draad uit de machine en rijg deze weer
in. Zorg dat de draad op de juiste wijze door de
naaldstangdraadgeleider is geregen.
De bovendraad is niet door de bovenste of
middelste draadgeleider geleid.
• Zorg dat de draad helemaal door de bovenste
en middelste geleiderplaat loopt.
De draad zit geknoopt of in de war.
• Verwijder het geknoopte of verwarde gedeelte.
De spanning van de bovendraad is te hoog.
De spanning van de onderdraad is niet goed.
De draad rolt niet soepel uit het spoelhuis.
Het spoelhuis is beschadigd.
• Vervang het spoelhuis door een nieuw
spoelhuis.
De onderdraad is niet goed opgewonden.
• Controleer of de spoel zodanig is omwikkeld
dat deze voor ongeveer 80% vol is en dat de
draad gelijkmatig is verdeeld. Als de spoel niet
goed is omwikkeld, vervangt u de spoel door
een nieuwe die wel goed is omwikkelt of u
omwikkelt de spoel opnieuw.
Pagina
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
Er wordt een spoel gebruikt die niet speciaal voor
deze machine is ontworpen.
*
Het automatische naaldinrijgmechanisme is
kapot.
Er zit lijm op de naald.
• Vervang de naald.
De stof staat niet strak.
De kwaliteit van de draad is slecht.
• De kwaliteit van de draad is slecht omdat de
draad oud is. Vervang de draad.
De draaddichtheid van de borduurgegevens is te
36
fijn.
*
Er worden drie of meer overlappende steken
geborduurd.
• Corrigeer de draaddichtheid en de
37, 38
oversteekinstellingen in de borduurgegevens
met behulp van een gegevensontwerpsysteem.
Rond de draadspanningsschijf heeft zich stof of
*
pluis opgehoopt.
De onderdraad breekt.
28
De onderdraad is niet goed ingeregen.
De spoel is bekrast of draait niet soepel.
• Vervang de spoel.
Het spoelhuis is beschadigd.
• Vervang het spoelhuis.
De draad zit verward.
Er wordt een spoel gebruikt die niet speciaal voor
deze machine is ontworpen.
Rond de draadspanningsschijf heeft zich stof of
pluis opgehoopt.
Er worden steken overgeslagen.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
De naald is verbogen of stomp.
28
De naald is niet correct geplaatst.
Er heeft zich stof opgehoopt onder de steekplaat
of in de grijper.
—
De naald en de grijper lopen niet goed langs
elkaar.
36
De draad zit te strak of te los.
—
• Als de draad niet correct is gedraaid, krijgt u
onregelmatige lussen. Gebruik een nieuwe
klos.
17
17
Symptoom
Pagina
—
*
34
24, 25
—
—
40
20
17
17
37
—
40
28
34
34
38, 39
*
—
43