Code/betekenis
F.022
Er is geen of te weinig water in
het product of de waterdruk is
te laag.
F.023
De temperatuurspreiding tussen
aanvoer en retour is te groot.
F.024
De temperatuurstijging gaat te
snel.
F.025
De verbrandingsgastemperatuur
is te hoog.
F.027
Een vlamsignaal is herkend,
terwijl de brander uit is.
F.028
Het vlamsignaal is tijdens de
ontstekingsfase niet herkend.
F.029
De ontsteking na een vlamuitval
tijdens het bedrijf is mislukt.
54
Mogelijke oorzaak
Onderbreking in de kabelboom
Kabel naar de
pomp/waterdruksensor los/niet
aangesloten/defect
Pomp geblokkeerd
Lucht in het product
Pump loopt met verminderd
vermogen
Aansluiting aanvoer- en retour-
temperatuursensor verwisseld
Pomp geblokkeerd
Pump loopt met verminderd
vermogen
Lucht in het product
Systeemdruk te gering
Zwaartekrachtrem geblokkeerd
Zwaartekrachtrem verkeerd
gemonteerd
Verkeerde gassoort (bijv. pro-
paan)
Vocht op printplaat
Printplaat defect
Gasmagneetventiel lek
Gasafsluitkraan gesloten
Gasdrukregelaar is geactiveerd
Lucht in de gasleiding (bijv. bij
eerste inbedrijfstelling)
Gasstroomdruk te gering
thermische afsluitvoorziening is
geactiveerd
Condensafvoerleiding verstopt
Storing in verbrandingsgastra-
ject door recirculatie of verbran-
dingsgasblokkade
Luchtaanzuigbuis geblokkeerd
Offset gasklep in D.052 ver-
keerd ingesteld
Verkeerd ET-gasblok
Gasblok defect
Stekker op printplaat niet aan-
gesloten/los
Onderbreking in de kabelboom
Ontstekingselektrode defect
Ionisatiestroom onderbroken
Aarding foutief
Elektronica defect
Regelelektrode heeft contact
met de brander
Gastoevoer onderbroken
Storing in verbrandingsgastra-
ject door recirculatie of verbran-
dingsgasblokkade
Aarding foutief
Haperende ontsteking
Condensafvoerleiding verstopt
Maatregel
▶
Controleer de kabelboom.
▶
Controleer de kabel naar de pomp/naar de waterdruksensor.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Ontlucht de verwarmingsinstallatie.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Controleer de aansluiting van de aanvoer- en retourtempera-
tuursensor.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Ontlucht de verwarmingsinstallatie.
▶
Controleer de installatiedruk.
▶
Controleer of de zwaartekrachtrem goed functioneert.
▶
Controleer de montagepositie van de zwaartekrachtrem.
▶
Controleer de gassoort en de gassoortinstelling.
▶
Controleer of de printplaat goed functioneert.
▶
Vervang de printplaat.
▶
Controleer of het gasmagneetventiel goed functioneert.
▶
Open de gasafsluitkraan.
▶
Controleer de gasstroomdruk.
▶
Reset het product eenmalig.
▶
Controleer de gasstroomdruk.
▶
Controleer de thermische afsluitvoorziening.
▶
Controleer de condensafvoerleiding.
▶
Controleer het complete verbrandingsgastraject.
▶
Controleer de luchtaanzuigbuis.
▶
Controleer de offsetinstelling van het gasblok.
▶
Controleer het ET-gasblok.
▶
Controleer het gasblok.
▶
Controleer de stekker en de stekkerverbinding.
▶
Controleer de kabelboom.
▶
Vervang de ontstekingselektrode.
▶
Controleer de regelelektrode, de verbindingskabel en de stek-
kerverbinding.
▶
Controleer de aarding van het product.
▶
Controleer de printplaat.
▶
Controleer de afstand tussen regelelektrode en brander.
▶
Controleer de gastoevoer.
▶
Controleer het complete verbrandingsgastraject.
▶
Controleer de aarding van het product.
▶
Controleer of de ontstekingstransformator goed functioneert.
▶
Controleer de condensafvoerleiding.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282267_00