en geen elektrische onderdelen beschadigd kunnen
worden.
5.7
VLT/VGA-systeem
5.7.1
Aanwijzingen en informatie bij de C63
installatie
Het product mag niet aan een cascadeverbrandingsgassys-
teem of een gemeenschappelijk VLT/VGA-systeem worden
aangesloten dat door apparaten met een andere karakteris-
tiek (bijv. HR-toestellen of gasmotoren) wordt gebruikt.
In het gemeenschappelijke VLT/VGA-systeem mag geen
overdruk optreden.
▶
Neem de geldende nationale en plaatselijke voorschriften
voor VGA's in acht, vooral bij installaties in woonruimtes.
Informeer de gebruiker over de juiste bediening van het
product.
–
De verbrandingsgasafvoer moet minstens aan de classifi-
catie EN 1443 – T 200 P1 W 1 voldoen.
–
U moet het VLT/VGA-systeem met een berekening con-
form EN 13384-1 of EN 13384-2 plannen.
–
Bochtstukken mogen niet direct op elkaar volgen omdat
het drukverlies op deze manier enorm verhoogd wordt.
–
De windbeveiligingsvoorziening van het VLT/VGA-sys-
teem moet zo geconfigureerd zijn, dat bij wind een onder-
druk in de verbrandingsgasleiding opgewekt wordt.
–
De mondingen voor de luchtaanzuigbuis en de verbran-
dingsgasafvoer mogen niet op tegenover elkaar liggende
zijden van het gebouw liggen.
–
Onderschrijd aan de toestelaansluiting niet het kleinste
drukverschil van -200 Pa, inclusief windinvloed.
–
Overschrijd aan de toestelaansluiting niet het grootste
drukverschil conform tabel Bepaling van het drukverlies,
inclusief windinvloed.
–
De maximale verbrandingsluchttemperatuur aan de toe-
stelaansluiting mag niet meer dan 40 °C bedragen.
–
Via windinwerking mag maximaal 10% van het verbran-
dingsgas in de luchtaanzuiging recirculeren.
–
Condens uit de verbrandingsgasleiding mag via het ap-
paraat worden afgevoerd.
–
Bevestig het buissysteem zodanig dat een scheiding van
de verbindingspunten veilig wordt verhinderd.
5.7.2
Gemeenschappelijke verbrandingslucht-
/verbrandingsgasbuis
De aansluiting aan de VLT/VGA-leiding moet volgende af-
metingen hebben:
14
L
1
DA
60 ± 0,5 mm
100 ± 0,5 mm
60/100
80 ± 0,5 mm
125 ± 0,5 mm
80/125
5.7.3
Aansluiting van flexibele Panflex® 50 mm
rookgasbuizen van roestvrij staal
▶
Bepaal aan de hand van de tabel het totale drukverlies
van het toe-/afvoersysteem. (→ Pagina 44)
Aanwijzing
Het gebruik van 50 mm rookgasbuizen is al-
leen toegestaan als de luchtbuis een diameter
van 80 mm heeft.
Aanwijzing
Het gebruik van 50 mm verbrandingsgasaf-
voeren in combinatie met de andere in deze
handleiding beschreven producten is niet toe-
gestaan.
Als het drukverlies in het toe-/afvoersysteem groter is
dan de beschikbare resttransporthoogte van de ventilator
zonder instelling, dan is een aanpassing van het maximale
ventilatortoerental via de diagnosecode D.164 nodig. Neem
de waarde voor de verhoging van de druk uit de tabel.
(→ Pagina 44)
Verhoog het ventilatortoerental door het vergroten van de
waarde in diagnosecode D.164 tot de ventilatortransportdruk
minstens zo groot is als het totale drukverlies van het toe-
/afvoersysteem.
Wanneer de ventilatortransportdruk ook na instelling kleiner
is dan het drukverlies van het toe-/afvoersysteem, mag het
product niet in gebruik worden genomen.
Voorbeeld van de berekening van het drukverlies van flexi-
bele Panflex® 50 mm verbrandingsgasafvoer van roestvrij
staal (→ Pagina 45)
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282267_00
L
2
D
D
A
L
DL
L1
L2
min.
15 mm
35 mm
min.
20 mm
35 mm