Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluitingen; Luchtaansluitingen; Wateraansluitingen; Koelaansluitingen, Dxa-Unit - CIAT EXPAIR CW 5 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6 - AANSLUITINGEN

6.1 - Luchtaansluitingen

► Binnenunit
De luchtaansluiting gebeurt met starre plaatstalen kanalen of soortgelijk met een aansluitflens met gaten. het vastzetten gebeurt
met parkerschroeven. Tussen de flens en de unit moet een afdichting worden gemonteerd.
Voor units met een ONDER-montage (uitblazing naar de vloer) is als optie een steunsokkel leverbaar om deze installatie mogelijk
te maken. Wanneer de verhoogde vloer het toelaat, volstaat een eenvoudige opening, in de verhoogde vloer zelf, met de afmetingen
van de sokkel. De dichtheid wordt verkregen door de montage van een afdichting tussen de unit en het steunframe.

6.2 - Wateraansluitingen

De leidingen moeten worden doorgevoerd door middel van een hiervoor bestemde plaat.
ONDER
(Door bodem of zijkant rechts)
► Afvoer van het condenswater
- Een sifon aanbrengen: H = 100 mm
- - Bij de optie bevochtiger maakt de afvoer de bak van de unit niet leeg.
- Voor een gemeenschappelijke afvoer sluit u de afvoer van de bevochtiger aan na de bak van de unit.
- Bij het aansluiten of vastzetten van de aansluitingen, moet u 2 sleutels gebruiken om verdraaiing van de leidingen te voorkomen.
- In geval van een optionele condenswaterpomp, wordt deze in binnenkant van de unit gemonteerd (aansluiting met slang
Ø 5 mm), als de optie bevochtiger niet aanwezig is.
De werkdruk op het koude of warme waternet mag niet hoger zijn dan 8 bar.
► Diameter van de aansluiting van de waterbatterij
CW-unit
Koude batterij
CW-unit
CW 5
DXA-unit
DXA 5
Ingang
G1/2" M
Warme
batterij
Sluiten
G1/2" M
Voor de aansluiting van de bevochtiger raadpleegt u de paragraaf "Bevochtiger".

6.3 - Koelaansluitingen, DXA-unit

► Voorzorgen voor de installatie
- De koelaansluitingen tussen de unit en de condensor moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
- Hiervoor mag uitsluitend geïsoleerde koperen pijp met koelkwaliteit worden gebruikt.
- Het juiste ontwerp en de correcte uitvoering van deze leidingen zijn van groot belang want zij zijn bepalend voor de goede
werking van het geheel.
- De leidingen moeten voldoende soepel zijn om de lengtevariaties door uitzetting of krimp op te vangen.
- De vloeistofleiding zo hellen dat de vloeistof altijd naar de unit afstroomt.
Vermijd met name
- Een te groot drukverlies van het koudemiddel,
- Een ophoping van olie,
- Dat vloeistof in de compressor terecht komt, noch draaiend, noch stilstaand,
De ligging van de leidingen moet:
- De bestaande installatie niet hinderen noch erdoor gehinderd worden,
- Beschermd zijn tegen incidentele schokken,
- Over het hele traject zichtbaar zijn en mag niet met stucwerk of cement bedekt zijn.
- De hoogteverschillen en gelijkwaardige lengtes tussen de binnen- en de buitenunit moeten aan de voorschriften voldoen
(zie tabel).
- De dimensionering van de leidingen moet zijn uitgevoerd om een minimum aan drukverlies te veroorzaken. Ook moeten de
minimum en maximum snelheden worden nageleefd om een correcte gascirculatie voor het transport van de olie te verzekeren.
1 - Verwijder de voorgestanste schuimplastic rechthoek,
2 - Boor gaten in het buitenpaneel,
3 - Maak de overeenkomende uitsnijdingen in de plaat
4 - Plaats deze terug voor het doorvoeren van de buizen en dicht af
om lekkage van lucht te voorkomen.
CW 5
Ingang
G1/2" M
uittrede
G1/2" M
CW 8
CW 12
DXA 8
DXA 10
G1/2" M
G1/2" M
G1/2" M
G1/2" M
CW 8
CW 12
G3/4" M
G3/4" M
G3/4" M
G3/4" M
CW 16
CW 27
DXA 12/15
DXA 19/24
G1/2" M
G3/4" M
G1/2" M
G3/4" M
NL-9
OVER
(Door zijkant rechts)
CW 16
CW 27
G3/4" M
G1" M
G3/4" M
G1" M
DXA 31/36
DXA 38/48
G3/4" M
G3/4" M
G3/4" M
G3/4" M
EXPAIR
TM

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave