4 - MARKERING VAN DE COMPONENTEN
4.3 - Montage / richting van de luchtstroom
ONDER 1
BOVEN 3
BOVEN 4
BOVEN 5
5 - INSTALLATIE: APPARAAT / FRAME / PLENUM
5.1 - Plaatsen van de unit
- De unit moet rusten op een gladde en vlakke vloer, die zo horizontaal mogelijk moet zijn, in de orde van een op duizend.
- Er moet een afdichting zijn tussen de unit en de vloer in geval van uitblazing van de lucht in een verhoogde vloer.
- - Onder normale omstandigheden is bevestiging aan de vloer niet nodig.
- Zorg voor voldoende ruimte voor het uitvoeren van onderhoud.
- Het frame van de kast moeten beslist in zijn geheel rusten op het contactoppervlak.
► Voor units op een steunsokkel
- De vloer moet zo horizontaal mogelijk zijn,
- Tussen de unit en het platform van de sokkel is een afdichting vereist.
- Het horizontaal stellen gebeurt door het instellen van de poten van de steunsokkel (zie de tekening van het bij het apparaat
meegeleverde voetstuk).
5.2 - Units met een plenum:
► Het uitblaas-/aanzuigplenum
Dit wordt aangeboden als de verspreiding rechtstreeks in de omgeving plaatsvindt. Het is bevestigd
op de bovenkant van de kast en heeft dubbel instelbare roosters voor het richten van de luchtstroom.
Hetzelfde plenum kan omgekeerd worden gebruikt voor rechtstreekse aanzuiging vanuit de ruimte.
Het plenum wordt via de binnenkant vastgezet bij de 4 hoeken. Voor het vastzetten moet daarom het
uitblaasrooster aan de voorkant worden gedemonteerd.
EXPAIR
NL-8
TM