Inhoudsopgave
Advertenties
27 - KOELAANSLUITINGEN
Omdat de uitstoot van R410A in de atmosfeer verboden is (norm NF EN 378-2 paragraaf 6.3.4.1) mag de druktest niet worden
uitgevoerd met R410A.
- Verwijder de doppen van de isolatiekleppen van de CL2 en open de kleppen (linksom draaien).
- Plaats de doppen van de isolatiekleppen terug.
- Gebruik het Schrader vulventiel van de CL2 om in de buitenunit de twee koudemiddelleidingen en de verdamper te vullen met
stikstof en helium (als u beschikt over een heliumdetector) tot een druk van 10 bar.
- Controleer de dichtheid van alle verbindingen en aansluitingen.
Vacuüm trekken en vullen met R410A
- Maak het circuit drukloos.
- Verbind de Manifold met het gasvulventiel (Schrader) van de CL2. Sluit de vacuümpomp aan.
- De CL2, de 2 leidingen en de verdamper vacuüm trekken tot een waarde van -0,1 Mpa (-76 cm Hg).
- - Stop de vacuümpomp en controleer of de druk stabiel blijft gedurende 5 minuten.
- - Maak de vacuümpomp los.
- Sluit de fles R410A aan op de Manifold, zonder deze vast te zetten.
- Open kort de klep van de fles R410A om de slang te ontluchten.
- Zet de aansluiting op de Manifold vast.
- Open de kraan van de fles R410A om het vacuüm in uw installatie op te vullen.
- - Maak de draden los van de lagedrukpressostaat.
- - Controleer voor de inbedrijfstelling van de compressor of de volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd:
• Elektrische aansluitingen (controleer of alle aansluitingen goed vastzitten en of de spanning stabiel is en overeenkomt met
de informatie op de typeplaatjes).
• Aansluitingen van de koudemiddelleidingen.
• Druktest.
• Vacuüm trekken.
- Voor het vullen met koudemiddel R410A, indien de hele vulling niet kan worden toegevoegd, schakelt u de spanning in en start
u de compressor (sluit het contact op de externe regeling):
CL2 verbonden met CIAT luchtbehandelingskasten:
De CL2's worden niet vooraf geladen. Voeg aan de in de handleiding vermelde voorvulling van de CIAT luchtbehandelingskast de
onderstaande extra vulling toe afhankelijk van de lengte van uw leidingen hieronder.
Condenciat CL2
28
35
50
65
75
Bijvoorbeeld: voor 3 meter leidingen tussen de CL2 50 en de binnenunit, is de extra vulling 3 x 61 g.
Voorde andere situaties:
Vul bij door de oververhitting en de onderkoeling te controleren. Gebruikelijk waarden zijn:
- Oververhitting: 5 tot 6K
- Onderkoeling:
- Sluit na het vullen de kraan van de fles met R410A.
- - Stop de compressor en schakel de spanning uit. Sluit de lagedrukpressostaat weer aan.
- Verwijder het vultoestel.
Doppen van de isolatiekleppen
- 3 tot 4K voor een verdampingstemperatuur van 10°C
- 6 tot 9K voor een verdampingstemperatuur van 0°C
Vulling buitenunit in (Kg)
1,6
1,6
2,65
2,75
3
NL-35
Extra vulling (g/m)
55
58
61
70
101
EXPAIR
TM
Advertenties
Inhoudsopgave
