Bediening – Motor starten
Afb. 33
Afb. 34
Afb. 35
Afb. 36
58
3.
Brandstofkraan helemaal openen.
4.
Startklep alleen sluiten bij koude motor.
Bij warme motor of warme buitentempera-
turen moet de startklep open blijven, opdat
de motor niet verzuipt.
Starterklep sluiten.
5.
Toerentalregelaar op "MIN" zetten.
6.
Startschakelaar in stand "ON" zetten.
DFP11