H
Beveiligingen bij de ingang
van de Xtender
K
Stekker / aansluiting
S
Beveiligd net
T
Onbeveiligd net
U
Openbaar lichtnet
V
Automatische
aarding/sterpunt
W
Galvanische isolatieschake-
laar
X
Omkeerschakelaar
dingsbronnen
Installatie- en bedieningshandleiding voor Xtender
Samlex Europe BV
De beveiliging bij de ingang van de Xtender dient gedi-
mensioneerd te worden aan de hand van het uitgangs-
vermogen van de bron en van de gebruikte aderdiame-
ter. De beveiliging mag niet groter zijn dan de ingangs-
stroom "I AC in" op de typeplaat van de unit, fig. 1b
(35).
Als de Xtender aangesloten is op een AC-bron met een
stekker, mag de aansluitkabel niet langer zijn dan 2 me-
ter. De stekker dient altijd bereikbaar te zijn. De aanslui-
ting wordt beschermd door een voldoende gedimensio-
neerde beveiliging. In dit geval is de verbinding van de
sterpunten (C) niet toegestaan.
De verdeling naar de verbruikers wordt geregeld door
de voedingsbron (lichtnet of generator) of door de
Xtender binnen de grenswaarde van het uitgangsver-
mogen met de in de accu opgeslagen energie. Deze
verdeling dient te worden uitgevoerd conform de toe-
passelijke lokale normen en voorschriften.
De verdeling naar de verbruikers wordt uitsluitend ge-
regeld via het aanwezige lichtnet of via de generator.
Deze verdeling dient te worden uitgevoerd conform de
toepasselijke lokale normen en voorschriften.
Bij aansluiting op het openbare lichtnet is de installateur
er verantwoordelijk voor dat de toepasselijke lokale
normen en voorschriften in acht worden genomen. De
installatie dient in principe gecontroleerd en goedge-
keurd te worden door een daartoe bevoegde instantie.
verbinding
Deze verbinding is standaard gedeactiveerd. De verbin-
ding kan in bepaalde gevallen gebruikt worden om het
aaardingssysteem automatisch te herstellen in een TT-
net (TNC, TNS, TNC-S) als de Xtender zich in de omvor-
mermodus bevindt. De verbinding wordt geactiveerd
met een RCC-afstandsbediening {1485}. Deze handeling
mag alleen uitgevoerd worden door daartoe gekwalifi-
ceerd personeel en valt onder de verantwoordelijkheid
van dit personeel, in overeenstemming met de toepas-
selijke lokale normen en voorschriften.
Zie ook hoofdstuk 5.9 op pagina 20.
Dit apparaat (optioneel) wordt meestal gebruikt om het
risico van elektrolytische corrosie als gevolg van gelijk-
stroom te beperken in het geval een boot is aangeslo-
ten op een walaansluiting.
voe-
Als de installatie meer dan één voedingsbron heeft,
dient een schakelaar tussen de voedingsbronnen geïn-
stalleerd te worden om gelijktijdig te kunnen schakelen
tussen het sterpunt en de fase(n) van deze bronnen. Dit
apparaat (handmatig of automatisch bediend) moet
ervoor zorgen dat de aangesloten bron onderbroken
wordt, voordat het met een andere bron wordt verbon-
den.
0
51