Inhoudsopgave
Advertenties
5.12 AC-voedingsbronnen aansluiten
De Xtender kan gevoed worden door alternatieve spanningsbronnen, zoals het lichtnet of een gene-
rator. Controleer of de nominale spanning van de bron overeenkomt met de nominale spanning (34)
van de Xtender die vermeld is op de typeplaat (fig. 3b).
De bron dient te zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen, gemarkeerd met "AC INPUT" (13) met
behulp van een geschikte aderdiameter, afhankelijk van het uitgangsvermogen van de bron. Ook
dient te bron beschermd te worden middels een geschikte beveiliging. Deze beveiliging is maximaal
gelijk aan de stroomsterkte "I AC-In max." (35) op de typeplaat (fig. 3b).
De aansluitingen zijn als volgt gemarkeerd: N = nuldraad, L = stroomdraad, PE = aardedraad (aange-
sloten op de behuizing van het apparaat).
5.13 Hulpcontacten bedraden
De hulpcontacten zijn potentiaalvrije omkeercontacten. De toelaatbare stroomsterkte en spanning
voor deze contacten zijn 16A (maximaal 50 V AC/24 V DC) of 3A (maximaal 50 V DC). De afbeelding
van het contact dichtbij de aansluitingen komt overeen met de status van het contact in de onbelaste
modus (controlelampje (5) uit).
De bekabeling van deze hulpcontacten is afhankelijk van de toepassing. De in de fabriek ingestelde
functies voor deze 2 hulpcontacten worden behandeld in paragraaf 6.4.11 op pag. 34.
5.14 Communicatiekabel aansluiten
De Xtender is voorzien van RJ45/8 aansluitingen waarmee informatie via een communicatiebus naar
verschillende verbruikers met het Samlex Europe-protocol overgedragen kan worden. In dit netwerk
zijn alle onderdelen in serie geschakeld (keten).
De kabel van de communicatiebus mag niet langer zijn dan 300 m.
In een systeem met één Xtender kan de RCC-afstandsbediening worden aangesloten zonder de
Xtender uit te schakelen (warm aansluiten). De communicatiebus wordt gebruikt om omvormers van
andere Xtenders onderling te verbinden in een systeem met meerdere units of om verschillende
verbruikers met het Samlex Europe-protocol te verbinden. De installatie dient dan te worden uitge-
schakeld door middel van de AAN/UIT-knop (1) om alle units via de communicatiebus met elkaar te
verbinden.
De 2 schakelaars van de aansluiting van de communicatiebus "Com. Bus" (4) blijven
beiden in stand T (afgesloten) staan, tenzij beide aansluitingen gebruikt worden. Alleen
in dit geval moeten beide schakelaars in stand O (open) gezet worden. Als een van de
twee aansluitingen niet gebruikt wordt, staan de twee afsluitschakelaars (14) in stand T.
5.15 Temperatuursensor (bts-01) aansluiten
De temperatuursensor BTS-01 is voorzien van een 3m lange kabel met RJ11/6 stekkers. De sensor
kan altijd worden aangesloten of losgekoppeld via de bijbehorende aansluiting (2) op de Xtender, die
is gemarkeerd met "Temp. Sens.". Dit kan zelfs wanneer het apparaat is geactiveerd. Steek de stek-
kers in de aansluiting (2) totdat ze vastklikken. De bus van de temperatuursensor kan op de accu of
direct ernaast bevestigd worden. De temperatuursensor wordt automatisch herkend en de correctie
wordt onmiddellijk uitgevoerd.
Installatie- en bedieningshandleiding voor Xtender
Samlex Europe BV
25
Advertenties
Inhoudsopgave
