5.4 Geïntegreerde mobiele systemen
Deze systemen zijn ontworpen om tijdelijk te worden aangesloten op het lichtnet. Ze zorgen voor de
voeding van het mobiele systeem als deze tijdelijk wordt losgekoppeld van het lichtnet. De voor-
naamste toepassingen zijn boten, dienstvoertuigen en campers. Hiervoor zijn vaak twee aparte AC-
ingangen vereist, waarvan één dient te worden aangesloten op het lichtnet en één op een generator.
Voor het schakelen tussen de twee bronnen dient een automatische of handmatige omkeerschake-
laar te worden gebruikt die voldoet aan de toepasselijke lokale voorschriften. De Xtender heeft 1 AC-
ingang.
5.5 Systemen met meerdere apparaten
Ongeacht het door u gekozen systeem, kunnen systemen worden gebouwd die bestaan uit meerdere
units van hetzelfde type en met hetzelfde uitgangsvermogen. Er mogen maximaal drie parallel ge-
schakelde Xtenders, drie Xtenders die een driefasennet vormen of drie keer twee parallel geschakel-
de Xtenders die een driefasennet/parallel geschakeld net vormen worden gecombineerd.
5.6 Aardingssysteem
De Xtender valt onder beschermingsklasse I en is geschikt voor bekabeling in een TT-, TN-S- of TNC-S-
net. De nulleider (E) is geaard op een installatiepunt aan de voedingszijde van de RCD stroomonder-
breker (D). De Xtender werkt met alle typen aardingssystemen. De aarding dient altijd te worden
aangesloten conform de toepasselijke normen en voorschriften. De informatie, opmerkingen, advie-
zen en schema's in deze handleiding zijn altijd ondergeschikt aan de lokale installatievoorschriften.
De installateur is er verantwoordelijk voor dat de installatie wordt uitgevoerd conform de toepasse-
lijke lokale voorschriften.
5.7 Mobiele installatie of installatie die met een stekker op het lichtnet is aangesloten
Wanneer de ingang van de Xtender rechtstreeks is aangesloten op het lichtnet via een stekker, mag
de kabel niet langer zijn dan 2m en dient de stekker bereikbaar te blijven. IS er geen spanning aan-
wezig bij de ingang, dan worden de nuldraad en de stroomdraad onderbroken, zodat de bekabeling
aan voedingszijde van de Xtender volledig geïsoleerd en beveiligd is.
Het aardingssysteem aan verbruikerszijde van de Xtender wordt bepaald door het aardingssysteem
aan de voedingszijde als het lichtnet aanwezig is. Is het lichtnet onderbroken, dan is het aardingssys-
teem aan verbruikerszijde van de omvormer geïsoleerd. De veiligheid van de installatie wordt gega-
randeerd door de equipotentiaalverbinding.
Het verbinden van de sterpunten (C) aan de voedings- en verbruikerszijde van de Xten-
der is niet toegestaan in deze configuratie.
Dit type aansluiting garandeert optimale continuïteit voor de voeding van de verbruikers van de
Xtender. Een eerste isolatiefout zal niet leiden tot een onderbreking in de voeding. Wanneer een
permanente isolatiecontroller nodig is voor de installatie, dient deze gedeactiveerd te worden als het
TT-net aanwezig is bij de ingang van de Xtender.
Alle aansluitingen en apparaten met beschermingsgraad I die worden aangesloten aan
verbruikerszijde van de Xtender, dienen correct geaard zijn. De bovenstaande regels
voor de bekabeling gelden voor alle situaties waarbij de ingang van de Xtender via een
stekker aangesloten is op het lichtnet.
Installatie- en bedieningshandleiding voor Xtender
Samlex Europe BV
19