Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlage 3 - Onderdeel van de afbeelding (AC-gedeelte)
Onderdeel
Beschrijving
A
Ingaande voedingskabel
B
Uitgaande voedingskabel
C
Verbinding van de sterpun-
ten
D
Differentiaaluitschakelaar
E
Verbindingsbrug
ding/sterpunt
F
Beveiligingen bij de AC-
uitgang van de Xtender
G
Generator
Installatie- en bedieningshandleiding voor Xtender
Samlex Europe BV
Opmerking
De aderdiameter wordt bepaald aan de hand van de
maximale stroomsterkte bij de bron en de beveiliging
(H). In systemen met meerdere units dienen de kabels
(A) van dezelfde fase dezelfde lengte en diameter te
hebben.
Zie ook de opmerking bij afbeelding 12.
In systemen met meerdere units dienen de kabels (B)
van dezelfde fase dezelfde lengte en diameter hebben
(zie opmerking bij afbeelding 12). De aderdiameter
dient geselecteerd te worden aan de hand van de uit-
gangsstroom van de Xtender (vermeld op de typeplaat)
en de beveiliging die geselecteerd is voor de ingang (zie
afbeelding 1a).
In een vaste installatie is het sterpunt aangesloten op de
aarding op een installatiepunt aan de voedingszijde van
de Xtender. De sterpunten mogen verbonden worden
om een ongewijzigd aardingssysteem aan de verbrui-
kerszijde te beschermen, ongeacht de bedrijfsmodus
van de Xtender. Deze keuze heeft als voordeel dat de
differentiaalbeveiligingen aan de verbruikerszijde van de
Xtender worden gehouden. Deze verbinding (C) is niet
toegestaan als aan voedingszijde van de Xtender een
aansluiting geïnstalleerd is.
Zie hoofdstuk 5.4 op pagina 19.
Er dient, in overeenstemming met de toepasselijke
voorschriften en normen, een beveiliging aan verbrui-
kerszijde van de bron (G of U) geïnstalleerd worden
aar-
Het sterpunt is geaard op één punt van de installatie
aan de verbruikerszijde van de bron en aan de voedings-
zijde van de beveiliging(en) bij standaard stroomsterkte
(DDR). Wanneer er meerdere bronnen beschikbaar zijn,
dient elke bron een geaard sterpunt hebben. Heeft de
bron een geïsoleerd aardingssysteem (IT), dan gelden de
toepasselijke lokale bepalingen en voorschriften.
Een beveiliging die gedimensioneerd is aan de hand van
de aderdiameter kan aan de verbruikerszijde van de
Xtender geïnstalleerd worden.
De aderdiameter dient gedimensioneerd te worden
volgens de berekeningstabel van de maximale uitgangs-
stroom (afb. 1). De Xtender heeft een interne stroom-
begrenzing. De waarde hiervan vindt u op de typeplaat,
afb. 1b (35).
De generator wordt gedimensioneerd conform de eisen
van de gebruiker.
De nominale stroomsterkte van de generator bepaalt de
instelling van configuratie {1107} "Maximale stroom-
sterkte van de AC-bron".
50
Advertenties
Inhoudsopgave
