ALARM INSCHAKELEN
Het systeem wordt geactiveerd zodra de
auto is vergrendeld en beschermt uw auto
tegen indringers die trachten de portieren,
de motorkap of het bagagecompartiment
te openen of de audio-installatie te
verwijderen.
Wanneer door onbevoegden een portier,
de bagageruimte of de motorkap wordt
geopend, klinkt het alarmsignaal 30
seconden. De
waarschuwingsknipperlichten knipperen
vijf minuten.
Bij elke poging de auto zonder een geldige
sleutel te starten of om de audio-installatie
te verwijderen gaat het alarm opnieuw af.
Automatische vertraging van het
inschakelen
De vertraging van 20 seconden treedt in
werking zodra de motorkap, de
bagageruimte en alle portieren gesloten
zijn.
Interieursensoren
E71401
WAARSCHUWING
Dit systeem kan alleen correct
functioneren wanneer alle ruiten
volledig zijn gesloten. Bovendien
mogen de sensoren in de
interieurverlichting niet zijn afgedekt. Het
systeem moet niet worden geactiveerd
indien zich personen, dieren of andere
bewegende voorwerpen in de auto
bevinden.
Alarm
Dit systeem beschermt uw auto tegen
indringers door elke beweging in de auto
met behulp van sensoren te registreren.
Bij het onbevoegd binnendringen in het
interieur wordt het alarm op dezelfde wijze
geactiveerd als het anti-diefstalsysteem.
De sensoren bevinden zich in de unit van
de interieurverlichting.
Alle landen behalve Groot Brittannië
en Ierland
De bewegingssensor in het interieur wordt
tegelijk met de dubbele vergrendeling
ingeschakeld.
Alleen Groot Brittannië en Ierland
De bewegingssensor in het interieur wordt
tegelijk met de centrale vergrendeling
ingeschakeld.
Druk op de schakelaar naast de portierkruk
aan bestuurderszijde om de
interieursensoren te deactiveren.
ALARM UITSCHAKELEN
Het systeem kan te allen tijde worden
uitgeschakeld (zelfs wanneer het alarm
afgaat) door de auto van buitenaf te
ontgrendelen.
Het systeem wordt in de volgende gevallen
gedeactiveerd:
•
Wanneer een geldige passive key zich
binnen het detectiebereik bevindt;
•
Wanneer de ontgrendelknop op de
afstandsbediening wordt ingedrukt;
•
Wanneer een geldige passive key zich
in het interieur bevindt en het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) wordt
ingetrapt.
•
Wanneer de sleutelbaard in de
sleutelhouder wordt gestoken.
39