Alleen bestuurdersportier
ontgrendelen
Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is
geprogrammeerd zodat alleen het
bestuurdersportier wordt ontgrendeld (
Zie Programmeren van de
afstandsbediening (bladzijde 29). ), let
dan op het volgende:
Als het bestuurdersportier als eerste wordt
geopend blijven de andere portieren en de
bagageruimte vergrendeld. Alle andere
portieren kunnen vanuit het interieur
worden ontgrendeld door gebruik te maken
van de toets naast de portierkruk op het
bestuurdersportier. De portieren kunnen
afzonderlijk worden ontgrendeld door
vanuit het interieur de portierkruk van het
betreffende portier uit te trekken.
Als het portier aan passagierszijde of een
van de achterportieren als eerste wordt
geopend, worden alle portieren en het
bagagecompartiment ontgrendeld.
Uitgeschakelde sleutels
In de wagen achtergebleven sleutels
worden uitgeschakeld bij het vergrendelen
van de wagen.
Een uitgeschakelde sleutel kan niet meer
worden gebruikt voor het aanzetten van
het contact of het starten van de motor.
Om deze passive keys opnieuw te kunnen
gebruiken moeten ze opnieuw worden
geactiveerd.
Ontgrendel de wagen met behulp van een
passive key of de afstandsbediening om
al uw passive keys te activeren.
Bij het aanzetten van het contact of
wanneer de motor met een geldige sleutel
wordt gestart worden alle passive keys
worden geactiveerd.
Sloten
Portieren met de sleutelbaard
vergrendelen en ontgrendelen
1
E78284
1.
Duw de ontgrendelschuif in de richting
van de pijl en trek de sleutelbaard met
de duim naar buiten.
2. Verwijder de sleutelbaard en steek hem
in het slot.
CENTRALE VERGRENDELING
U kunt ook bij afgezet contact de elektrisch
bedienbare ruiten bedienen met behulp
van de functie integraal openen en sluiten.
N.B.: Het integraal sluiten werkt alleen als
het geheugen voor elke ruit afzonderlijk
correct is ingesteld. Zie Elektrisch
bedienbare ruiten (bladzijde 62).
36
2