3.6
Aansluiting accu op beademingsapparaat
Waarschuwingen
Zorg dat de accubatterij, de reservebatterij voor de accu en de interne batterij van het beademings-
apparaat volledig opgeladen zijn alvorens het beademingsapparaat op de accu aan te sluiten.
Als de accu is vervoerd of opgeslagen bij een temperatuur die meer dan ± 20°C (± 36°F) afwijkt van
de temperatuur waarbij het zal worden gebruikt, moet de accu minimaal twee (2) uur vóór gebruik
in de gebruiksomgeving worden geplaatst om te acclimatiseren.
De accu aansluiten op het beademingsapparaat:
1. Plaats de rode markeringspunt op de gelijkstroomconnector aan de achterzijde van de accu gelijk
met de markering op de kleinere connector op de accukabel. Zie Afbeelding 2-3, Achterpaneel,
op pagina 9.
2. Druk de gelijkstroomvoedingskabel op de gelijkstroomvoedingsconnector op de behuizing van
de accu tot u een duidelijke klik hoort. Hierdoor weet u zeker dat de connectors vastzitten.
3. Breng de rode markeringspunt op de gelijkstroomconnector op het beademingsapparaat op
één lijn met de markering op de grotere connector op de accukabel. Zie
hieronder.
Afbeelding 3-3. Aansluiting grotere gelijkstroomvoedingskabelconnector op beademingsapparaat
4. Druk de gelijkstroomvoedingskabel op de gelijkstroomvoedingsconnector van het beademings-
apparaat tot u een duidelijke klik hoort. Hierdoor weet u zeker dat de connectors vastzitten.
Als alle kabels correct zijn aangesloten, gaat de indicator GELIJKSTROOM
bovenaan het beademingsapparaat branden.
Ga als volgt te werk om de gelijkstroomvoedingskabel los te koppelen van de
accu en het beademingsapparaat:
1. Pak de gelijkstroomvoedingskabel op het beademingsapparaat vast.
2. Schuif de vergrendelingsring naar achteren.
Gebruikershandleiding
1 Rode punten, op één lijn
2 Gelijkstroomvoedingskabel
Aansluiting accu op beademingsapparaat
Afbeelding 3-3
links
13