VASTLEGGEN VAN SIMPLEXFREQUENTIES OF STANDAARD
REPEATERFREQUENTIES
1
1 Druk op [VFO] om de VFO functie in te schakelen.
2
2 Druk op [BAND] om de gewenste band te kiezen.
3
3 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/ [DWN] toetsen
4
van de microfoon om de gewenste frequentie te kiezen.
• U kunt de cijfers van de frequentie ook rechtstreeks invoeren
5
met behulp van de cijfertoetsen op de microfoon (alleen
MC-53DM). Zie blz. 54.
6
4 Als u een standaard repeaterfrequentie instelt, dient u de
7
volgende gegevens in te voeren:
8
Richting van de frequentieverschuiving {blz. 23}
Toonfunctie Aan, indien nodig {blz. 24}
9
Toonfrequentie, indien nodig {blz. 24}
10
• Als u een simplexfrequentie instelt, kunt u andere verband
houdende instellingen maken (CTCSS Aan, CTCSS
11
frequentie, etc.).
12
5 Druk op [F] .
• Er verschijnt een geheugenkanaalnummer.
13
• Als er een driehoekje boven het geheugenkanaalnummer
14
staat, bevat het betreffende geheugenkanaal reeds gegevens.
15
6 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/ [DWN] toetsen
van de microfoon om het gewenste geheugenkanaal te
16
kiezen (binnen ongeveer 10 seconden).
17
7 Druk op [MR].
• De gekozen frequentie en de bijbehorende gegevens worden
18
in het geheugenkanaal vastgelegd.
19
20
21
22
N-28
VASTLEGGEN VAN ODD-SPLIT REPEATERFREQUENTIES
Sommige repeaters gebruiken een ontvangst- en zendfrequentie
combinatie met een niet-standaard frequentieverschuiving. Voor
communicatie met deze repeaters dient u twee afzonderlijke
frequenties in één geheugenkanaal vast te leggen. U kunt dan
contact leggen met deze repeaters zonder de
frequentieverschuiving-instellingen in het menu te wijzigen.
1 Volg de aanwijzingen in stap 1 t/m 6 (stap 7 mag niet worden
uitgevoerd) van "Vastleggen van simplexfrequenties of
standaard repeaterfrequenties" links hiernaast om de
ontvangstfrequentie te kiezen.
• Schakel indien nodig de toonfunctie in {blz. 24} en kies de
toonfrequentie {blz. 24}.
2 Druk op [MR] (1 s).
• "–" en "+" verschijnen.
3 Kies de gewenste zendfrequentie (binnen ongeveer
10 seconden).
4 Druk op [MR].
• De gekozen zendfrequentie wordt in het geheugenkanaal
vastgelegd.
Opmerkingen:
◆
Als een odd-split geheugenkanaal wordt opgeroepen, verschijnen "–"
en "+" op het display. Druk op
◆
In stap 2 kunt u niet de
[MR]
[PF]
toets van de microfoon geprogrammeerd met de geheugen-
oproepfunctie.
◆
De zendverschuiving-status en omwisselfunctie-status worden niet in
het odd-split geheugenkanaal vastgelegd.
[REV]
om de zendfrequentie te zien.
toets van de microfoon gebruiken, of de