INHOUDSOPGAVE Bediening Bestandsnaam (TH-D72_) BEDIENING VIA REPEATERS ..........REPEATER – 01_REPEATER_D.pdf TOEGANG TOT REPEATERS ..................1 Een offset-richting selecteren ................... 1 Een offset-frequentie selecteren ................1 De Toonfunctie activeren ..................1 Een toonfrequentie selecteren ................. 2 Automatische repeater offset ................... 2 ZENDEN OP EEN TOON VAN 1750 Hz ................
BEDIENING VIA REPEATERS Repeaters worden vaak geïnstalleerde en onderhouden door radioclubs, soms in samenwerking met het plaatselijke bedrijfsleven met betrekking tot de communicatiesector. Vergeleken met simplex (eenvoudige) communicatie, kunt u met behulp van een repeater uitzenden over veel grotere afstanden. Repeaters worden doorgaans geplaatst op bergtoppen of andere hoog gelegen locaties.
ZENDEN OP EEN TOON VAN 1750 HZ AUTOMATISCHE SIMPLEX CHECKER (ASC) Voor de meeste repeaters in Europa dient u uit te zenden op Wanneer u een repeater gebruikt, controleert de ASC regelmatig een toon van 1750 Hz. Op een TH-D72E hoeft u alleen maar de sterkte van de signalen die u direct ontvangt van andere te drukken op [CALL] om deze toon te verzenden.
GEHEUGENKANALEN In geheugenkanalen kunt u frequenties en gerelateerde gegevens opslaan die u vaak gebruikt. Op deze manier hoeft u niet iedere keer de gegevens opnieuw te programmeren. U kunt snel en eenvoudig een geprogrammeerd kanaal oproepen. Er zijn in totaal 1000 geheugenkanalen beschikbaar voor de banden A en B.
OPSLAAN VAN ODD-SPLIT REPEATER-FREQUENTIES EEN GEHEUGENKANAAL OPNIEUW OPROEPEN Sommige repeaters gebruiken een ontvangst- en 1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen. uitzendfrequentiepaar met een niet-standaard-offset. Voor 2 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw toegang tot die repeaters slaat u twee afzonderlijke frequenties Geheugenkanaal te selecteren.
EEN GEHEUGENKANAAL WISSEN EEN GEHEUGENKANAAL BENOEMEN 1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen. U kunt een naam opgeven voor geheugenkanalen van maximaal 8 alfanumerieke tekens. Wanneer u een geheugenkanaal met naam oproept, verschijnt de naam op de display in plaats van de opgeslagen frequentie.
OVERZETTEN VAN GEHEUGEN-NAAR-VFO KANAALWEERGAVEFUNCTIE U kunt de inhoud van een geheugenkanaal of het oproepkanaal Gebruik deze functie wanneer u alleen geheugenkanalen wilt naar de VFO overbrengen als u naar andere stations of gebruiken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, geeft de een duidelijke frequentie wilt zoeken in de buurt van het zendontvanger alleen het nummer van een geheugenkanaal geselecteerde geheugenkanaal of de oproepkanaalfrequentie.
SCANNEN Scannen is een nuttige functie voor het bewaken van uw favoriete frequenties. Naarmate u vertrouwd raakt met alle scantypes, zult u beter in staat zijn het apparaat effi ciënter te bedienen. Deze zendontvanger bevat de volgende scantypes: Scantype Scanbereik VFO-scan Scant alle frequenties op de huidige band.
VFO-SCAN Opmerking: De geheugenkanalen L0/U0 t/m L9/U9 kunt u niet uitsluiten. De VFO-scan controleert alle frequenties waarop u kunt afstellen op de band met behulpvan de huidige frequentiestapgrootte. GROEPSCAN 1 Selecteer uw band. Voor groepscan worden de 1000 geheugenkanalen verdeeld in 2 Druk op [VFO] (1s).
■ Een geheugengroep benoemen De naam van uw geheugengroep kan maximaal 8 tekens bevatten. 6 Wanneer u uw groepen hebt ingevoerd, druk op [ om de cursor naar rechts te verplaatsen. Druk vervolgens op de Afstemknop om de invoer te voltooien en verlaat de Menumodus.
■ Programmascan gebruiken PROGRAMMASCAN 1 Selecteer uw band. Programmascan komt overeen met de VFO-scan met het enige 2 Druk op [VFO]. verschil dat u hier een frequentiebereik selecteert voor de scan. 3 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop om een ■...
CTCSS/ DCS/ KRUISTOON CTCSS Het kan voorkomen dat u soms alleen oproepen wilt horen van specifi eke personen. Met het zogenaamde Continuous Tone Coded Squelch System (CTCSS) kunt u ongewenste oproepen negeren (niet horen) van andere personen die dezelfde frequentie gebruiken. Hiervoor selecteert u dezelfde CTCSS-toon die de andere personen in uw groep hebben geselecteerd.
CTCSS-FREQUENTIE-SCAN Deze functie scant door alle CTCSS-frequenties om de DCS GEBRUIKEN binnenkomende CTCSS-frequentie te identifi ceren op een ontvangen signaal. Dit kan nuttig zijn wanneer u niet de CTCSS- frequentie kunt oproepen die de andere personen van uw groep 1 Selecteer uw band. gebruiken.
DCS-CODE-SCAN KRUISTOON Deze functie scant door alle DCS-codes om de binnenkomende KRUISTOON GEBRUIKEN DCS-code te identifi ceren op een ontvangen signaal. Dit kan nuttig zijn wanneer u niet de DCS-code kunt oproepen die de andere personen van uw groep gebruiken. U kunt afzonderlijke signaaltypen instellen op TX en RX voor als u een repeater met een andere codeer/decodeersignalering 1 Druk 3 maal op [TONE] om de DCS-functie te activeren.
DUAL-TOON MULTI-FREQUENTIE (DTMF) De toetsen functioneren als DTMF-toetsen; de 12 toetsen op een telefoon met druktoetsen plus 4 extra toetsen (A, B, C, D). De zendontvanger heeft 10 specifi eke geheugenkanalen. De maximale grootte van een DTMF-code is 16 cijfers dat u opslaat. Sommige repeaters in de Verenigde Staten en Canada bieden de zogenaamde Autopatch-service.
■ Opgeslagen DTMF-codes uitzenden DTMF-TOETSVERGRENDELING 1 Houd [PTT] ingedrukt. Met deze functie vergrendelt u de DTMF-uitzendtoetsen zodat 2 Druk op de Afstemknop tijdens het uitzenden. deze niet uitzenden wanneer u hier per ongeluk op drukt. Voor het vergrendelen van de DTMF-toetsen, zet u deze functie op •...
® EchoLink WAT IS EchoLink? Met EchoLink kunt u met andere amateurradiostations communiceren over het internet met behulp van de VoIP (voice-over-IP)- technologie. Met het EchoLink-softwareprogramma kunnen overal ter wereld verbindingen worden gemaakt tussen stations of van computer tot station, waardoor uw communicatiemogelijkheden enorm worden uitgebreid. Offi...
■ Een zendsnelheid selecteren Bepaalde EhoLink-knooppuntstations reageren mogelijk niet juist als een DTMF-code wordt uitgezonden op hoge snelheid. Wijzig als dit gebeurt de zendsnelheid van de DTMF-code. De standaardsnelheid is 100 msec. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 171. 2 Selecteer een snelheid (in msec) van de beschikbare lijst: 50/ 100/ 150.
ANDERE BEWERKINGEN DISPLAY-HELDERHEID VOLLEDIGE DUPLEX U kunt de verlichting van de display handmatig wijzigen volgens Met deze zendontvanger kunt u tegelijk signalen zenden en de lichtsituatie waarin u zich bevindt. ontvangen. U kunt dus geluid zenden op de huidige band terwijl u pakketdata ontvangt op een andere band (databand).
BATTERIJBESPARING BATTERIJTYPE De batterijbesparing verlengt de bedieningstijd van de Stem het type batterij af op het soort batterijen dat u gebruikt in zendontvanger. De functie wordt automatisch geactiveerd de zendontvanger. De batterij-indicator geeft alleen nauwkeurig wanneer u de squelch sluit en langer dan 10 seconden niet de waarde van de resterende batterijspanning aan als deze op een toets drukt.
De een pieptoon voordat het apparaat uitschakelt. standaardstapgrootte op de 144 MHz-band is 5 kHz (TH-D72A) 2) Na het uitzenden voor de maximale tijdsduur volgens de of 12,5 kHz (TH-D72E). De standaard op de 430/440 MHz-band Time-out-timer, geeft de zendontvanger een pieptoon.
PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETSEN DIRECTE FREQUENTIE-INVOER Als uw bedieningsfrequentie zich op grote afstand bevindt van ■ PF-toets zendontvanger de huidige frequentie, is de snelste manier om de frequentie te wijzigen via de toetsen. Dit is de [PF] (programmeerbare functie)-toets op het voorpaneel van de zendontvanger. U kunt uw eigen functies 1 Druk op [A/B] om band A of B te selecteren en druk op aan deze toets toewijzen.
GEAVANCEERD ONDERSCHEPPINGSPUNT (AIP) De VHF/UHF-band is vaak belast in stedelijke omgevingen. AIP helpt bij het verwijderen van interferentie en vermindert geluidsvervorming als gevolg van intermodulatie. U kunt deze functie alleen gebruiken op de VHF/UHF-band. 2 Stel de gewenste tijden in op 0,5/ 1,0/ 1,5/ 2,0/ 2,5/ 3,0/ 3,5/ 1 Voer de Menumodus in en open Menu 132 (VHF AIP) en/of 4,0/ 4,5/ 5,0/ 10,0 (standaard) minuten.
■ VOX-versterking ■ VOX op bezet Neem de tijd om het VOX-versterkingsniveau in te stellen U kunt de zendontvanger instellen op gedwongen VOX- voor een effectievere VOX-functie. Op dit niveau wordt het zending, zelfs als de zendontvanger een signaal ontvangt. VOX-circuit geregeld om de aan- of afwezigheid van uw stem 1 Voer de Menumodus in en open Menu 137.
WACHTWOORD VOOR INSCHAKELEN Als u wachtwoordbescherming hebt ingeschakeld voor het inschakelen van het apparaat, kunt u de zendontvanger niet bedienen zonder eerst uw wachtwoord in te geven nadat u de zendontvanger hebt aangezet. U kunt uw wachtwoord wijzigen met behulp van de MCP-4A-software en maximaal 6 cijfers invoeren.
GPS (GLOBAL POSITIONING SYSTEM) Wat is GPS? GPS is de Engelse afkorting voor satellietplaatsbepalingssysteem en wordt vandaag de dag veel gebruikt. Hieronder vindt u een korte introductie. Het Amerikaanse ministerie van defensie ontwikkelde GPS oorspronkelijk voor militaire doeleinden. Het systeem is nu beschikbaar voor algemeen gebruik.
INTERNE GPS-FUNCTIE AAN/UIT <Logmeter> Zet deze functie uit wanneer u een externe GPS-ontvanger aansluit op de COM-aansluiting. Druk op [F], [MARK] om de interne GPS-ontvanger aan of uit te zetten. <GPS-satellietinformatie> • Wanneer de interne GPS-ontvanger is ingeschakeld, verschijnt de indicator “ ”...
■ PC-uitvoer van GPS-gegevens Als het apparaat op “GPS Only” staat, kunt u alleen de volgende toetsenfuncties gebruiken. Zet deze functie aan als u gegevens van de interne GPS- ontvanger (NMEA) wilt verzenden vanaf de PC. [KEY] + Toetsnaam [KEY] [F], [KEY] [KEY] (1s) Power ON...
■ SBAS Opmerkingen: ◆ Als de Tracklogboekfunctie wordt ingeschakeld terwijl de GPS uit Via de geostationaire satelliet SBAS (Satellite Based staat, schakelt de GPS ook in. Augmentation System) zet u bij gebruik van het systeem dat ◆ Als er geen pin-pointing plaatsvindt van de GPS, worden informatie bevat voor verbreding van het bereik, deze functie gegevens niet opgeslagen in het logboek.
TRACKLOGBOEK INSTELLEN DOELPUNT U kunt positie-informatie voor een doelpunt (target point) ■ Tracklogboek, ophaalsoort registreren. U kunt de voorwaarden instellen voor het opslaan van 1 Voer de Menumodus in en open Menu 240. draagbare volginformatie als GPS Logger. U kunt de instellingen voor rijsnelheid en dergelijke wijzigen. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 230.
■ Copiage du Point de cheminement vers le Point cible MARK-WAYPOINT U kunt het mark-waypoint kopiëren naar het doelpunt. U kunt maximaal 100 punten registreren met de breedtegraad, lengtegraad, hoogte, tijd, naam en het pictogram van de locatie. 1 Selecteer “Copy to TP” om de lijst met doelpunten weer te U kunt namen en pictogrammen handmatig bewerken.
■ Gedetailleerde weergave van een mark-waypoint De gegevens van een mark-waypoint worden over 3 schermpagina’s verspreid weergegeven. Pagina 1: • Draai de afstemknop: hierdoor schakelt u tussen de vorige/volgende gedetailleerde weergave. • Druk op [ESC ]: Hierdoor keert u terug naar het mark- waypointlijst-display.
PAKKET Sluit de zendontvanger aan op uw PC via een Terminal Node Controller (TNC). U kunt berichten of opdrachten verzenden naar ver weg gelegen stations, een reeks aan informatie via uw plaatselijke bulletins ontvangen of andere pakkettoepassingen gebruiken. Referentiematerialen voor het beginnen met pakketoperaties zijn doorgaans verkrijgbaar bij iedere winkel die materialen verkoopt voor amateurradio’s.
LIJST MET TNC-COMMANDO’S Hieronder staan de door de ingebouwde TNC ondersteunde commando’s. U moet een spatie ingeven tussen een commandonaam (of afkorting) en een parameter, of tussen twee parameters. bijv. AU OFF, BEACON EVERY 18. Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Als hij aan staat, wordt na elke carriage return (CR) een line AUTOLF ON/ OFF...
Pagina 42
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Hiermee kan de TNC de huidige status van alle commando’s weergeven. U kunt ook een klasse-identifi catie A, C, H, I, L, M of T aangeven als u de status van enkel de gewenste commandoklasse wilt laten weergeven. Voer een spatie in tussen de commandonaam en een klasse-identifi...
Pagina 43
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Hiermee wordt de inhoud van een bericht bepaald dat in de LTEXT 0 ~ 159 tekens − GPS data opgenomen wordt. Hiermee wordt bepaald wanneer een bericht dat door LTEXT bepaald is, op het scherm weergegeven wordt. Een bericht LTMON 0 ~ 250 wordt weergegeven als een ontvangen signaalpakket.
Pagina 44
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Hiermee wordt de interval voor het genereren van een SLOTTIME willekeurig aantal bepaald voor de PERSIST/SLOTTIME 0 ~ 250 methode. De eenheid van de parameter is 10 milliseconden. Hiermee worden de roepnamen van een digitale repeater SPATH SPATH bepaald als de UISSID parameter in een ontvangen pakket 9 of...
Offi ciële APRS-website: http://www.aprs.org NAVITRA DATACOMMUNICATIE (NAVITRA BAKEN) ◆ Kenwood introduceerde het Navitra-systeem in de negentiger jaren voor gebruik in Japan. GESPREKSTEKEN EN BAKENTYPE INSTELLINGEN ◆ Wanneer een APRS/NAVITRA-baken wordt gemaakt, stel dan het gespreksteken en bakentype in (APRS/NAVITRA) (Menu 301).
VERBINDEN MET EEN EXTERNE GPS-UNIT OF 3 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop om de juiste dag in te voeren (TH-D72A) of de maand (TH- WEERSTATION D72E) en druk dan [ OK] in. • De laatste 2 cijfers knipperen.
◆ Deze zendontvanger geeft een pieptoon, telkens wanneer er enig ONTVANGST VAN APRS GEGEVENS type APRS pakket wordt ontvangen. Via Menu 3TO (Sound - RX Beep) kunt u deze instelling wijzigen. De standaardwaarde is “All”. Telkens wanneer er een nieuw APRS pakket wordt ontvangen, maakt de frequentie-aanduiding plaats voor de onderstaande informatie, als volgt: TOEGANG TOT ONTVANGEN APRS GEGEVENS...
WEERGAVEVOORBEELD Pagina 5: (Mobiel station) Pagina 1: Verplaatsingsrichting Oproep Verplaatsingssnelheid (mp/u: mijl/uur of kp/u: km/uur) Situatie (Weerstation) Stationpictogram Positieopmerking Voor pakketten die worden ontvangen van Mic-codeerstations, waaronder de TM-D710s, TM-D700s, TH-D72s en TH-D7s, worden de positieopmerkingen weergegeven op de vierde regel. (Object) Regen (inch of mm) Luchttemperatuur...
Pagina 8: SORTEERFUNCTIE (Pakketpad) Deze functie stelt u in staat de stationslijst te sorteren op oproepteken, datum/tijd, of afstand. 1 Druk op [LIST] en geef de lijst met stations weer. F: oproepteken van eerste herhaalstation (Degipeater) L: oproepteken van laatste herhaalstation (Degipeater) Pagina 9: 2 Druk op [MENU] en geef het stationlijstmenu weer.
Een bericht (of bulletin) dat 5 keer is weergegeven. verzonden (voor een bericht was geen Alleen objectstations worden weergegeven. Object ontvangstbevestiging teruggezonden) Alleen Kenwood TH-D72, TH-D7, TM-D700, Betekenis TM-D710, en RC-D710-stations worden KENWOOD weergegeven. Aan u geadresseerd bericht Alleen Navitra-stations die beginnen vanaf...
station op de display. • Druk op [ESC ]: Om de cursor naar achter te verplaatsen. • Druk op [A/B]: Om het cijfer te verwijderen waar de cursor blinkt. 6 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop en druk vervolgens op [ OK] om de instelling te voltooien.
TOEGANG TOT ONTVANGEN APRS BERICHTEN • Druk op [ OK]: Om de volgende pagina weer te geven. • Druk op [MSG]: Om de partij te beantwoorden van wie u hebt ontvangen. Gaat over naar de berichtinstelling. Deze zendontvanger kan tot 100 berichten in het bgeheugen bewaren.
■ APRS-blokkering ■ Pakketoverdrachtssnelheid Met deze functie voorkomt u dat u de ingebouwde Open Menu 311. databandfrequentie per ongeluk wijzigt of verzendt op de databand door te drukken op [PTT]. “APRS lock” verschijnt wanneer APRS-blokkering is geactiveerd. Open Menu 302. De oorspronkelijke pakketoverdrachtssnelheid die is ingesteld voor de ingebouwde TNC is 1200 bps, hetgeen de standaardnorm is onder de huidige APRS netwerken.
Voor gegevens die worden uitgestuurd via de met een Davis weercontrole-apparaat. Controleer de GPS-aansluiting volgens het “$PMGNWPL” formaat. weerdata van uw station door te drukken op de toets [F], KENWOOD: [POS]. Voor gegevens die worden uitgestuurd via de GPS-aansluiting volgens het “$PKWDWPL” formaat.
■ Lengtegraad-invoer PC-AANSLUITING AAN/UIT Open Menu 363. ■ Uitvoer Open Menu 350. <Menu 3W0: “dd°mm.mm’ ”> Deze functie zorgt voor uitvoer van gegevens via de PC- aansluiting (USB) <Baud rate: 9600 bps> na ontvangst van de pakket- en TNC-commandogegevens van de APRS datacommunicatie.
KEUZE VAN EEN POSITIECOMMENTAAR QSY-FUNCTIE Open Menu 380. De QSY-functie gebruikt AFRS (Automatic Frequency Reporting System) om een frequentie te rapporteren waarop stemcommunicaties kunnen worden begonnen. Een station die de QSY-functie gebruikt, integreert de frequentie-informatie in een positie-beaconzending. Een station dat deze informatie ontvangt, kan de frequentie, of QSY, wijzigen naar de frequentie van de gedetecteerde stem om een stemcommunicatie te beginnen door [Tune] te selecteren.
■ QSY-zendingen INSTELLEN VAN HET PAKKETFILTER 1 Open Menu 3A0. ■ Positielimiet Open Menu 3B0. 2 Stel het menu in op “On”. 3 Open Menu 3A1. Als de APRS populair is in uw gebied, kunt u te veel APRS pakketten ontvangen binnen een korte periode. Als dit uw APRS activiteiten stoort, kiest u dan een bepaald bereik vanaf uw locatie.
Het is belangrijk dat dit pictogram zowel de bedieningsstatus aangeeft van het station als de SSID. U kunt de volgende pictogrammen weergeven en instellen voor de TH-D72. 3 Selecteer een tabel-identifi catiecode. KENWOOD (\K) Eyeball (/E) Lighthouse (\L) School (/K)
■ TX Intervaltijd TX-BEACON INSTELLEN Open Menu 3D1. ■ Pakketverzendingsmethode Open Menu 3D0. U kunt het interval wijzigen voor de automatische verzending van APRS pakketten. Kies voor 0,2, 0,5, 1, 2, 3, 5, 10, 20, 30 of 60 minuten. De uitgangsstand is 1 minuut. Kies de bedieningsmethode voor de verzending van APRS Opmerkingen: pakketten.
■ Proportionele Padkeuze INSTELLINGEN SmartBeaconing Access Menu 3E1. Stel gebruik van SmartBeaconing in (Menu 3D0) met APRS- dataverzending. Met deze functie optimaliseert beacon-verzendingen op basis van de rijrichting en -snelheid. Gebruik deze functie als u uw verzendingen wilt volgen, in het bijzonder voor het optimaliseren van gekruiste beacon-verzendintervals.
PROGRAMMEREN VAN EEN PAKKETPAD Open Menu 3H0. • U kunt de inhoud van de instellingen bevestigen in [ ]. Region: Gebruik deze methode wanneer het pakket wordt gerelayeerd Selecteer het pakketpadtype uit “New-N”, “Relay”, “Region”, of binnen een beperkt gebied. “Others”.
NETWERK VOICE ALERT Open Menu 3I0 en 3I1. Deze functie stelt een ander station op de hoogte of deze binnen het communicatiebereik is door beacon-tonen uit te zenden. Wanneer een mobiel station mobiel is met de functie Voice Alert op ON, horen soortgelijke stations die Voice Alert ook hebben aanstaan het beacon-geluid van het mobiele station als deze overeenkomende toonfrequenties (CTCSS-frequenties) gebruiken en binnen het bereik liggen.
WEERSTATIONS-GEGEVENSUITVOER INSTELLING ALS DIGIPEATER ■ Zenden ■ DIGIPEAT Open Menu 3J0. Open Menu 3K0. Deze instelling bepaalt of de meteorologische data verkregen Als u de TH-D72 gebruikt als een digipeater, geeft u aan of u van het weerstation moet worden verzonden met de APRS- een pakket digipeat dat uw Callsign in het pakketpad heeft.
■ UIFLOOD ■ UITRACE Als u de TH-D72 als een digipeater gebruikt, geeft u aan of Als u de TH-D72 als een digipeater gebruikt, geeft u aan of de UIFLOOD-digipeat wordt uitgevoerd. de UITRACE-digipeat wordt uitgevoerd. Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, CA), wordt het aantal de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, Wide), wordt het aantal...
■ Antwoordtekst OPSLAG VAN AUTOMATISCH ANTWOORDBERICHT Access Menu 3R0. Tijdens het rijden bijvoorbeeld zult u de ontvangen berichten niet altijd automatisch kunnen beantwoorden. Bij deze zendontvanger kunt u een bericht programmeren dat automatisch kan worden teruggestuurd zodra er een bericht wordt ontvangen.
INSTELLINGEN VOOR GELUID INSTELLINGEN VOOR DISPLAY ■ Ontvangstpieptoon ■ Weergavegebied Open Menu 3T0. Open Menu 3U0. Deze zendontvanger laat een pieptoon horen telkens Geeft het weergavegebied aan. wanneer er een APRS pakket wordt ontvangen. Entire Always: De ontvangen nieuwe data, gedupliceerde data en Mijn station-data verschijnen op het volledige display.
■ Cursorregeling ■ Temperatuur Selecteer een instelling voor de cursorregeling voor wanneer Open Menu 3V2. u ontvangt. Open Menu 3U2. Instellen op “°F” of “°C”. ■ Breedtegraad, lengtegraad Followed: Op het overzichtscherm volgt de cursor ( ) het oproepteken bij het ontvangen van APRS-data. Open Menu 3W0.
OPSLAG VAN EEN NAVITRA BERICHT 5 Press [ OK]. • Gedetailleerde weergavemodus DX-station. 1 Open Menu 3Y0. 2 Selecteer het berichtnummer. Herstelt de frequentie-display. Druk op [ESC Voert de PCT-gegevens uit. Druk op [MENU]: 3 Druk op [ OK]. Opmerking: de pakketclusterdata (PCT) wordt alleen uitgevoerd als 4 Voer de zinnen in.
TERUGSTELLEN ZENDONTVANGER De zendontvanger bevat 3 terugstelmogelijkheden: VFO terugstellen Gebruik om de VFO- en gerelateerde instellingen te starten. PARTIAL (gedeeltelijk) terugstellen Gebruik om alle instellingen te starten behalve de geheugenkanalen, het DTMF-geheugen en de PM-kanalen. FULL (volledig) terugstellen Gebruik om alle instellingen van de zendontvanger die u hebt aangepast te starten. (Datum en tijd zijn niet gereset.) U kunt de zendontvanger op twee manieren terugstellen: via de toetsen en door de Menumodus te openen.
< Respons HF-zendontvanger Commander Transporter (TH-D72A/E/ TH-D7A/ TM-D710A/ TM-D700A) (TH-D72A/E/ TH-D7A/ TM-D710A/ TM-D700A) DE TRANSPORTER AANSLUITEN OP DE HF-ZENDONTVANGER Als u de TH-D72 wilt aansluiten op de HF-zendontvanger moet u zelf zorgen voor drie kabels. De COM-aansluiting op deze zendontvanger accepteert een stekker van 2,5 mm (1/10") met 3 conductoren. Gebruik indien nodig de kabel (onderdeelnummer: E30-3400-XX) om het einde van de kabel van de RS-232-C-stekker te wijzigen.
VOORBEREIDINGSPROCEDURE • “Push [ 0 ] key to Start Commander!!” verschijnt. Volg onderstaande stappen voor een goede start met de bediening van uw Sky Command. Sluit eerst de transporter aan op de HF-zendontvanger. 1 <Op de Commander en Transporter> Selecteer dezelfde VHF- en UHF-frequenties.
OPROEPSIGNALEN PROGRAMMEREN BESTURINGSBEDIENING De ingebouwde TNC’s van de commander en transporter In de Sky Command-modus functioneren de toetsen van de communiceren met elkaar wanneer u een regelopdracht commander als hieronder. Schakel eerst de HF-zendontvanger verzendt vanaf de commander. U moet daarom verschillende in en druk op [0] (SYNC) op de commander.