Bediening
Gebruikershandleiding M-TYPE DELTA - 03.0 - 12/2020
Bij machines met draadklem (optioneel)
12. Trek de draad door de rechter opening van de geleider boven
de draadklem.
13. Trek de draad door de rechter opening van de geleider onder
de draadklem.
Afb. 9: Draadklem
14. Schuif de draad van rechts in de draadklem, zodat de draad
in de haak van de klem wordt vastgehouden.
De draad moet bijna zonder deze te raken door de klem lopen en
mag alleen contact hebben met de geleiders boven en onder de
draadklem.
15. Rijg de draad door de draadgeleider (8) op de naaldstangbe-
vestiging.
16. Steek de draad zo door het oog van de naald (naar de naald-
groef toe), dat het losse draadeinde in de richting van de grij-
per wijst.
17. Trek de draad zo ver door het oog van de naald dat de lengte
van het losse draadeinde ca. 4 cm is als de draadgever (12)
in de hoogste stand staat.
Belangrijk
Controleer de draadlengte.
Als het losse draadeinde te lang is, kan de draad door de grijper
worden opgepakt en een storing veroorzaken. Als het losse
draadeinde te kort is, kan het aannaaien niet plaatsvinden.
29