Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering Commander DELTA
Symbool
Parameters
Standaardwaarde
bovendraadspanning
Als deze functie actief is, wordt in de
afhechtsteek dezelfde bovendraadspanning
gebruikt als bij de handmatige modus is
ingesteld. Als deze functie wordt gedeacti-
veerd, is een individuele invoer mogelijk.
Catch-afhechtsteek
Om ervoor te zorgen dat er veilig kan wor-
den begonnen met naaien en dat de eerste
afhechtsteek volledig wordt genaaid, kan er
voor de eerste afhechtsteek een extra
afhechtsteek worden ingesteld.
Alleen het aantal steken vooruit en achter-
uit kan worden gekozen. De steeklengte
kan niet individueel worden ingesteld, deze
is hetzelfde als de steeklengte van de nor-
male eerste afhechtsteek.
Eerste deeltraject afhechtsteek
Het 1e deeltraject van de afhechtsteek kan
met een afwijkend aantal steken worden
geprogrammeerd. Alle volgende deeltrajec-
ten hebben als aantal steken de waarde die
is vastgelegd bij het instellen van de eerste
afhechtsteek.
Laatste deeltraject afhechtsteek
Het laatste deeltraject van de afhechtsteek
kan met een afwijkend aantal steken wor-
den geprogrammeerd. Alle eerdere deeltra-
jecten hebben als aantal steken de waarde
die is vastgelegd bij het instellen van de
laatste afhechtsteek.
Omkering afhechtsteek
Normaal gesproken begint een afhecht-
steek, afhankelijk van het aantal deeltrajec-
ten, met de naairichting mee (vooruit –
even aantal deeltrajecten) of tegen de naai-
richting in (achteruit – oneven aantal deel-
trajecten).
Door deze parameter in te stellen, wordt de
naairichting van de afhechtsteek omgekeerd.
Gebruikershandleiding M-TYPE DELTA - 03.0 - 12/2020
Instelling
Waardebereik
Aan/uit
Aan/uit
Aantal steken achteruit
Waardebereik
01–50
Aantal steken vooruit
Waardebereik
01–50
Aantal deeltrajecten van
de afhechtsteek
Waardebereik
01–10
Aan/uit
Aantal steken
Waardebereik
01–50
Aan/uit
Aantal steken
Waardebereik
01–50
Waardebereik
Aan/uit
101
Advertenties
Inhoudsopgave
