7 Instelling
7.1
Transport
Neem het volgende in acht voor veilig transport:
❖
Controleer of de draaiwieltjes zijn ontgrendeld voordat u het bed verplaatst tijdens het laden/lossen (zie
Controle draaiwieltjes en Bedtransport).
❖
Controleer of de zijhekken omhoog staan en vergrendeld zijn wanneer de patiënt tijdens het transport in
het bed ligt.
❖
Verplaats het bed alleen op geschikte vloeroppervlakken.
Geschikt oppervlakken:
◼
tegels
◼
hard linoleum
◼
harde vloer
Ongeschikte oppervlakken:
◼
zachte, onbehandelde of kapotte vloer
◼
zacht houten vloer
◼
zachte en poreuze stenen vloer
◼
vloer met vloerbedekking en ondertapijt
◼
zacht linoleum
❖
Zorg dat de remmen zijn vrijgezet terwijl u het bed verplaatst.
7.2
Installatie
Installeer het bed als volgt:
❖
Pak het bed uit.
❖
Controleer de aflevering (zie Afleveringsdetails).
❖
Installeer de apparatuur en de accessoires.
❖
Installeer het onderstel, de hoofdstang en de uit één deel bestaande zijhekken (indien beschikbaar) en het
hoofdeinde volgens het hoofdstuk Montage van gedemonteerd bed.
Verplaats het bed alleen op geschikte vloeroppervlakken. (zie Transport – geschikte oppervlakken)
❖
❖
Controleer of alle vereiste mechanische constructies beschikbaar zijn en werken.
7.3
Eerste gebruik
Maak het bed als volgt gereed voor gebruik:
❖
Controleer de werking van de verstelfuncties (rugleuning, dijbeensteun en kuitsteun).
❖
Controleer de werking van de draaiwieltjes en hun rem.
❖
Controleer of u de beduiteinden kunt verwijderen.
❖
Controleer de werking van de zijhekken.
D9U001F10-0207_03
15