2. Snel aan de slag
Inloggen op het apparaat
Wanneer het verificatiescherm wordt weergegeven
Als Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie actief is, verschijnt het verificatiescherm op
het display. Het apparaat kan pas worden gebruikt nadat u uw eigen Log-in gebruikersnaam en Log-in
wachtwoord heeft ingevoerd. Als Gebruikerscodeverificatie actief is, kunt u het apparaat pas gebruiken
wanneer u de gebruikerscode heeft ingevoerd.
Als u dit apparaat kunt gebruiken, wil dat zeggen dat u ingelogd bent. Wanneer u het apparaat niet
langer kunt gebruiken, dan betekent het dat u bent uitgelogd. Zorg ervoor dat u ook weer uitlogt, om te
voorkomen dat iemand het apparaat gebruikt zonder daarvoor bevoegd te zijn.
• Vraag aan de gebruikersbeheerder naar de Log-in gebruikersnaam, Log-in wachtwoord en de
Gebruikerscode. Voor meer informatie over gebruikersverificatie, zie de Veiligheidshandleiding.
• De Gebruikerscode die moet worden ingevoerd bij Gebruikerscodeverificatie is de
cijfercombinatie geregistreerd in het Adresboek als "Gebruikerscode".
Gebruikerscodeverificatie via het bedieningspaneel
Als de Gebruikerscodeverificatie actief is, verschijnt er een scherm waarin u gevraagd wordt een
gebruikerscode in te voeren.
1.
Voer een gebruikerscode in (maximaal 8 cijfers) en druk dan op [OK].
Inloggen via het bedieningspaneel
In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor het inloggen op het apparaat wanneer
Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
94