Namen en functies van het bedieningspaneel
6
7
6
5
4
1. Display
Dit is een touchscreen display dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u
door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren en informatie wordt gegeven
over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Pag. 68 "Het [Home]-
scherm gebruiken" en Pag. 75 "De verschillende toepassingen gebruiken".
2. Aan/uit-indicatielampje
Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden wanneer u de aan/uit-schakelaar inschakelt. Wanneer het
apparaat in de slaapstand staat, knippert het Aan/uit lampje langzaam. In de Uitmodus fuseereenheid brandt
het Aan/uit indicatielapmje.
3. Statusindicatielampje
Hier kunt u de status van het systeem bekijken. Het lampje blijft branden wanneer er een fout optreedt of de
toner op raakt.
4. Indicatielampje Inkomende gegevens (fax- en printermodus)
Knippert wanneer het apparaat printopdrachten of LAN-faxdocumenten van een computer ontvangt. Zie
Faxen en afdrukken.
5. Indicatielampje fax
Geeft de toestand van de faxfuncties aan. Knippert tijdens gegevensverzending en -ontvangst. Blijft branden
bij het ontvangen van een fax via vertrouwelijke of vervangende ontvangst.
6. Mediasleuven
Gebruik deze om een USB-flashgeheugen- of een SD-kaart aan te sluiten. Voor meer informatie, zie de
handleiding Snel aan de slag.
1
3
Namen en functies van het bedieningspaneel
2
DCH009
65