4. Faxen
5.
Druk op [Wijzigen] onder "Naam".
Het scherm voor het invoeren van de naam wordt weergegeven.
6.
Voer de naam in en druk vervolgens op [OK].
7.
Druk op [ Volg.].
8.
Druk onder "Selecteer een titel" op de toets voor de classificatie die u wilt gebruiken.
U kunt de volgende toetsen selecteren:
• [Frequent]: wordt toegevoegd aan de pagina die het eerst wordt weergegeven.
• [AB], [CD], [EF], [GH], [IJK], [LMN], [OPQ], [RST], [UVW], [XYZ], [1] tot [10]: wordt
toegevoegd aan de lijst met items in de geselecteerde titel.
U kunt [Frequent] en nog een toets voor elke titel selecteren.
9.
Druk op [Faxbestemm.].
10.
Druk op [Wijzigen] onder "Faxbestemming".
11.
Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK].
12.
Geef optionele instellingen op zoals "SUB Code", "SEP Code" en "Internationale TX
Modus".
13.
Druk op [OK].
14.
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (
15.
Druk op [Home] (
120
) onderaan in het midden van het scherm.
).