2. Snel aan de slag
3. Bedieningspaneel
Zie Pag. 65 "Namen en functies van het bedieningspaneel".
4. Hoofdstroomschakelaar
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Als dit niet het
geval is, opent u het klepje van de hoofdstroomschakelaar en schakelt u deze in.
5. Bewegingssensor
De bewegingssensor bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat. Voor meer informatie, zie Snel aan
de slag.
6. Interne lade 1
Gekopieerd of afgedrukt papier en faxberichten worden hier afgeleverd.
7. Voorpaneel
U kunt dit paneel openen om toegang te krijgen tot de binnenkant van het apparaat.
8. Papierladen (lade 1–2)
Hier plaatst u het papier in. Voor meer informatie, zie Pag. 165 "Papier plaatsen".
9. Onderste papierladen
Hier plaatst u het papier in. Voor meer informatie, zie Pag. 165 "Papier plaatsen".
10. Ventilatiegaten
De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt.
30