11
Kalibratie en tests
11.1 Alarmen handmatig testen
Tijdens de normale werking en zonder dat er sprake is van een alarmsituatie kunnen de zoemer
(hoorbaar alarm), het trilalarm, de visuele alarmen en achtergrondverlichting op elk moment worden
getest door twee keer op [Y/+] te drukken. Als een alarm niet reageert, controleert u de alarminstellingen
in het programmeringsmenu en zorgt u ervoor dat alle alarmen zijn ingeschakeld (instellingen onder
Programming (Programmering)/Alarms (Alarmen)/Alarm Settings (Alarminstellingen) moeten op All
Enabled (Alles ingeschakeld) staan). Als er alarmen zijn ingeschakeld die niet werken, moet u het
instrument niet gebruiken.
11.2 Bumptests en kalibratie
RAE Systems raadt aan elke dag voor gebruik een bumptest uit te voeren. Het doel van een bumptest is
te controleren dat de sensoren van het instrument reageren op gas en dat alle alarmen zijn ingeschakeld
en werken.
•
De MultiRAE-detector voor meerdere gassen moet worden gekalibreerd als deze niet slaagt voor
een bumptest als er een nieuwe sensor is geïnstalleerd, nadat er sensoronderhoud is uitgevoerd,
of ten minste om de 180 dagen, afhankelijk van het gebruik en de blootstelling van de sensor aan
giftige en vervuilende stoffen.
•
De kalibratie- en bumptestintervallen en -procedures kunnen variëren al naargelang nationale
wetgeving en bedrijfsbeleid.
Een bumptest of kalibratie kan handmatig worden uitgevoerd of met behulp van het AutoRAE 2
Automatisch test- en kalibratiesysteem. Als een bumptest of kalibratie handmatig wordt uitgevoerd,
neemt het instrument een beslissing over geslaagd/mislukt op basis van de prestaties van de sensoren,
maar de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de alarmen zijn ingeschakeld en werken blijft bij
de gebruiker.
Een AutoRAE 2-bumptest of -kalibratie omvat zowel het testen van de sensoren als de alarmen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de AutoRAE 2 voor meer informatie.
11.2.1 MultiRAE met pomp
Met een pompsnelheidsinstelling van laag of hoog, trekt de MultiRAE op de normale manier lucht aan
met een stroomsnelheid tussen 200 cc/min en 300 cc/min. RAE Systems raadt aan een kalibratieadapter te
gebruiken met een kalibratiegasstroomsnelheid tussen 500 cc/min en 1000 cc/min.
De kalibratieadapter aansluiten
WAARSCHUWING: zorg ervoor dat de kalibratieadapter vastklikt en in de juiste positie blijft tijdens de
kalibratie, zoals hieronder is weergegeven. Anders moet de kalibratieadapter handmatig op de juiste
positie worden gehouden.
Fout
Fout
97
Fout
Goed