Hieronder vindt u twee voorbeelden van menuhiërarchieën (selecteer het sensortype en vervolgens de
meeteenheid):
9.3.6 Alarmen
Gebruik dit menu om hoge, lage, STEL- en TWA-alarmlimieten te wijzigen. Dit zijn de punten waarop de
alarmen worden geactiveerd. In het menu Alarms kunt u de alarmmodus (vergrendeld of automatische
reset) en de alarmuitvoermethoden (combinaties van licht, zoemer en trilalarmindicaties) wijzigen.
9.3.6.1
Alarmlimieten
Voor elke afzonderlijke sensor zijn er vier groepen alarminstellingen die u kunt aanpassen en waarvoor
een specifiek alarmtype beschikbaar is.
Instellingen:
•
High Alarm (Hoog alarm)
•
Low Alarm (Laag alarm)
•
STEL (Short-Term Exposure Limit)
•
TWA (Time-Weighted Average)
Opmerking: bepaalde alarminstellingen zijn niet op alle sensoren van toepassing. Als een instelling
irrelevant is voor een sensor (bijvoorbeeld STEL voor een gammastralingssensor), dan verschijnt die
sensor niet in de lijst.
9.3.6.2
Alarmmodus
U kunt de MultiRAE programmeren zodat er twee manieren zijn om een alarm uit te schakelen:
Auto Reset
Automatische reset: als de alarmsituatie niet meer aanwezig is, stopt het alarm
automatisch.
Latch
Vergrendeld alarm: u moet een geactiveerd alarm handmatig uitschakelen.
De vergrendelde instelling regelt alleen alarmen voor hoog alarm, laag alarm,
STEL-alarm en TWA-alarm.
9.3.6.3
Alarminstellingen
U kunt elke combinatie van lichtalarm (zichtbaar), zoemeralarm (hoorbaar) en trilalarm
inschakelen/uitschakelen.
Instellingen:
•
All Enabled (Alles ingeschakeld)
•
Light (Lamp)
•
Vibration (Trillingen)
•
Buzzer (Zoemer)
•
Buzzer & Light (Zoemer en lamp)
•
Buzzer & Vibration (Zoemer en trillingen)
•
Vibration & Light (Trillingen en lampje)
•
All Disabled (Alles uitgeschakeld)
68