FCC Artikel 15-verklaring
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van het FCC-reglement. Het gebruik is onderworpen aan de volgende
twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken, en (2) Dit apparaat moet alle
ontvangen storingen aanvaarden, met inbegrip van storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken.
Werkingsgebied en -omstandigheden
Gevaarlijk gebied ingedeeld in zones
PGM62x0/PGM62x6 zijn bedoeld voor gebruik in gevarenzone 0, zone 1 of zone 2, en PGM62x8 in
gevarenzone 1 of zone 2 binnen het temperatuurbereik van -20º C tot +50º C, waar gassen van
explosiegroepen IIA, IIB of IIC en T4 aanwezig kunnen zijn.
Gevaarlijk gebied ingedeeld in divisies
PGM62x0/PGM62x6/PGM62x8 zijn bedoeld voor gebruik in gevaarlijk gebied, geclassificeerd voor
Class I & II Div. 1 of 2, binnen het temperatuurbereik van -20º C tot +50º C, waar gassen uit
explosiegroepen A, B, C, D, T4; Groepen E, F, G; T85°C aanwezig kunnen zijn.
WAARSCHUWINGEN:
1. NDIR-sensoren mogen niet worden geïnstalleerd in de PGM62x0- en PGM 62x6-modellen.
2. NDIR LEL-sensoren mogen niet worden geïnstalleerd in de PGM62x8-diffusiemodellen met het
cCSAus-logo.
Juiste verwerking van product bij einde levensduur
EU-verordening 2012/19/EU: Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA)
Dit symbool geeft aan dat het product niet als algemeen industrieel of huishoudelijk
afval mag worden afgedankt. Dit product moet worden ingeleverd bij een geschikt
AEEA-inzamelpunt. Neem voor meer informatie over het afdanken van dit product contact
op met uw gemeente, distributeur of de fabrikant.
Aanbevolen opslagvoorwaarden
Opslagtemperatuur: 0° C tot 20° C (32° F tot 68° F)
Opslagvochtigheid:
15% tot 90% RH (relatieve luchtvochtigheid), niet-condenserend; bij voorkeur 30%
tot 70% RH 0% RH bij voorkeur afgesloten opslag voor PID- en NDIR-sensoren
Opslagdruk: 90 tot 110 kPa
Opslaglevensduur: 6 maanden in gesloten verpakking (geen lucht)
Om de levensduur en prestaties van de oplaadbare batterij te maximaliseren: Laad de batterij
volledig op. Gebruik het instrument vervolgens tot de batterij leeg is om de batterijprestaties vanwege de
laadcyclustijd te verbeteren
Het wordt niet aanbevolen het instrument tijdens het opladen te laten werken, omdat dit de levensduur
van de batterij verkort en de prestaties vermindert. Het gebruik van het instrument tijdens het laden in
niet-veilige gebieden is verboden.
Als het instrument of de batterij gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, raden wij aan deze elke 4
maanden op te laden.
Voor de opslagcondities van de sensoren wordt verwezen naar technische handleiding TN-114.
Sensorspecificaties, onderlinge gevoeligheid en kalibratie-informatie
Voor informatie over sensorspecificaties, onderlinge gevoeligheid en kalibratie-informatie verwijzen wij
naar RAE Systems Technische kennisgeving TN-114: Sensorspecificaties en onderlinge gevoeligheid
(gratis te downloaden op www.raesystems.com/downloads/tech-notes). Alle specificaties in deze
Technische kennisgeving hebben betrekking op de prestaties van zelfstandige sensoren. Feitelijke
sensoreigenschappen kunnen variëren als de sensor op andere instrumenten is geïnstalleerd. Aangezien
de prestaties van een sensor in de loop van de tijd kunnen veranderen, zijn de vermelde specificaties voor
geheel nieuwe sensoren.
9