5
Draadloze bediening en submenu's
Als u door het hoofdmenu gaat, zoals in de vorige diagrammen is te zien, zijn er schermen die
betrekking hebben op draadloze communicatie.
Opmerking: deze worden alleen weergegeven als de MultiRAE is uitgerust met een
draadloze module.
In het scherm Radio On/Off (Radio aan/uit) kunt u de radio in- of uitschakelen als de MultiRAE
zich in de geavanceerde gebruikersmodus bevindt. Het uitschakelen van de radio gebeurt
meteen, maar het inschakelen van de radio duurt enkele seconden. Er wordt dan een scherm
weergegeven dat aangeeft dat de radio wordt ingeschakeld. Als het instrument zich in de
basisgebruikersmodus bevindt, wordt de optie voor het in- en uitschakelen van de radio niet
weergegeven (u kunt de radio in- of uitschakelen in de programmeermodus).
De modellen met Wireless Mesh Radio (dus niet Wi-Fi of BLE) hebben ook de volgende
schermen. In het scherm Wireless (Draadloos) kunt u de communicatie met andere draadloze
apparaten controleren en andere nuttige informatie over de draadloze instellingen zien. Het menu
Wireless (Draadloos) is verdeeld over vier pagina's. Op elke pagina staat andere informatie.
Als u op elk van de pagina's op [Y/+] drukt, gaat u naar de volgende pagina.
De parameters Unit ID (een unieke id van de radio van het instrument), Pan ID en Channel
(Kanaal) hebben het kenmerk Alleen-lezen. Aan de hand van deze parameters kunt u controleren
of de draadloze instellingen van het instrument juist zijn, zodat deze gemakkelijk gecontroleerd
kunnen worden bij het oplossen van problemen.
Op de volgende pagina hebben Parent ID (Parent-ID) en Device Type (Apparaattype) ook het
kenmerk Alleen-lezen. De Parent ID (de id van het draadloze hoofdapparaat waarmee de monitor
is verbonden) kan niet worden gewijzigd. Device Type (Apparaattype) geeft Standard
(Standaard) aan, wat inhoudt dat het apparaat zendt en ontvangt.
De derde pagina wordt aangeduid met Ping. Hier kunt u de signaalsterkte controleren via RSSI
(received signal strength indication) en het netwerk pingen om te bevestigen dat er een actief
communicatienetwerk is dat in twee richtingen werkt. Elke keer dat u op [MODE] drukt, wordt
het netwerk gepingd; bij Sent (Verzonden) staat het aantal verzonden pings. Als het netwerk het
signaal ontvangt, een signaal terugzendt, en dat retoursignaal door de MultiRAE wordt
ontvangen, wordt de waarde onder Received (Ontvangen) aangepast.
Op de vierde pagina staat het zendertype (regio), radiotype (model) en zendvermogen.
Deze gegevens zijn hoofdzakelijk voor diagnostische doeleinden en probleemoplossing bestemd.
Als u op de vierde pagina bent, kunt u terugkeren naar de eerste pagina door op [Y/+] te drukken.
Druk anders op [N/-] om dit scherm te verlaten. U gaat dan verder naar het volgende scherm.
24