Inhoudsopgave
Advertenties
9.3.8.4
Data Selection (Gegevensselectie)
Met Data Selection (Gegevensselectie) kunt u selecteren welke gegevenstypen worden opgeslagen en
beschikbaar gemaakt wanneer u uw datalog op een computer downloadt met de ProRAE Studio II
(versie 1.04 of hoger)-software.
U kunt een aantal van de vier gegevenstypen of alle typen kiezen (u moet er ten minste één kiezen):
•
Minimum
•
Average (Gemiddelde)
•
Maximum
•
Real time
9.3.8.5
Datalog Type (Type datalog)
Het instrument biedt drie mogelijkheden voor het starten van het proces voor datalogging:
Auto
Manual (Handmatig)
Snapshot (Momentopname) Legt één gebeurtenis vast als u op [MODE] drukt.
Opmerking: u kunt slechts één actief datalogtype tegelijkertijd selecteren.
Info over handmatige datalogging
Wanneer het instrument op Manual Datalog (Handmatig datalog) is ingesteld, kunt u datalogging
in- en uitschakelen door herhaaldelijk op [N/-] te drukken en door de schermen te bladeren vanuit de
hoofdweergave tot u het scherm met Start Datalog? (Datalog starten?) bereikt
•
Wanneer u het scherm met Start Datalog? (Datalog starten?) bereikt, drukt u op [Y/+] om het te
starten. U ziet de melding Datalog Started (Datalog gestart) om te bevestigen dat datalogging nu
is ingeschakeld. U kunt het uitschakelen door opnieuw op [Y/+] te drukken.
•
Als datalogging wordt uitgevoerd, kunt u het actief laten. Als u het echter wilt uitschakelen, gaat
u als volgt te werk:
Druk herhaaldelijk op [N/-] om door de schermen te bladeren tot u het scherm bereikt met
Stop Datalog (Datalog stoppen)? Druk op [Y/+] om datalogging te stoppen. Het scherm
geeft enkele seconden "Datalog stopped" (Datalog gestopt) weer alvorens "Start Datalog?"
(Datalog starten?) en het dataloginterval weer te geven. U kunt het op elk moment opnieuw
starten door in dat scherm op [Y/+] te drukken.
Info over Snapshot datalogging (Datalog met momentopnamen)
Wanneer het instrument zich in de modus Snapshot datalogging (Datalog met momentopnamen) bevindt,
legt het één "snapshot" vast van de gegevens op het gewenste moment. U hoeft alleen op [MODE] te
drukken telkens als u een momentopname van de gegevens op een bepaald tijdstip wilt vastleggen.
Geen momentopname.
9.3.8.6
Memory Full Action (Actie geheugen vol)
Wanneer het interne dataloggeheugen vol is, kan de MultiRAE stoppen met gegevens te verzamelen
(Stop when full/Stoppen wanneer vol) of teruggaan naar het begin en de gegevens van de eerste
vermelding, de tweede vermelding, enz. overschrijven. Wraparound (Terugkeren naar begin).
Verzamelt automatisch dataloginformatie telkens als het instrument
monsters neemt tot het dataloggeheugen vol is.
Datalogging vindt alleen plaats wanneer u het handmatig start
(zie hieronder voor details).
Druk op [MODE] voor een
momentopname.
79
Het datalogpictogram wordt
kortstondig weergegeven
tijdens een momentopname.
Advertenties
Inhoudsopgave
