Inhoudsopgave
Advertenties
7.6
Pompstatus
Zorg er tijdens de werking voor dat de sonde-inlaat en de gasuitlaat vrij van obstructies zijn. Obstructies
kunnen vroegtijdige slijtage, incorrecte metingen of pompvertraging veroorzaken. Tijdens de normale
werking geeft het pomppictogram afwisselend instroom en uitstroom weer, zoals hier getoond:
Als er een defect of obstructie optreedt die de pomp verstoort, gaat het alarm af en ziet u dit pictogram
aan en uit knipperen:
Nadat de obstructie is verwijderd, kunt u de pomp opnieuw starten door op de [Y/+]-toets te drukken.
Als de pomp niet opnieuw start en het pompvertragingsalarm blijft afgaan, raadpleegt u de sectie
Probleemoplossing van deze gids of neemt u contact op met de technische ondersteuning van RAE Systems.
Het is raadzaam periodiek een pompblokkadetest uit te voeren om ervoor te zorgen dat de pomp goed
werkt en er geen lekken in het systeem zijn. Voer een pompblokkadetest uit door eenvoudig de gasinlaat
met uw vinger af te dekken. Het instrument slaagt voor de test als het pompalarm wordt geactiveerd.
Druk op [Y/+] om het alarm uit te schalen en de normale werking te hervatten.
Opmerking: de pompstatus wordt niet aangegeven op MultiRAE's met diffusie.
Opmerking: voor alle MultiRAE-instrumenten met een PID (in de zoekmodus of de hygiënemodus geldt
dat als de pomp langer dan vijf minuten een alarm geeft, de PID-lamp automatisch wordt uitgeschakeld.
Op het display wordt "- - -" weergegeven en het "Lamp"-alarm is van kracht. Klik op [Y/+] om de pomp
opnieuw op te starten. Als er geen pompalarm meer is, heeft de PID-lamp 2 minuten opwarmingstijd
nodig om zich te stabiliseren. Ondertussen wordt "- - -" weergegeven. Zodra de PID-lamp is opgewarmd,
wordt de werkelijke waarde op het scherm weergegeven.
7.7
Kalibratiestatus
Het instrument geeft dit pictogram weer naast de sensor die moet worden gekalibreerd:
Kalibratie is vereist (en wordt door dit pictogram aangeduid) als:
•
Het lamptype is gewijzigd.
•
De sensormodule is vervangen door één waarvan de kalibratieperiode is vervallen.
•
De vastgelegde periode tussen de kalibraties is overschreden.
•
U het type kalibratiegas hebt gewijzigd zonder het instrument opnieuw te kalibreren.
•
Een eerdere kalibratie op de sensor is mislukt.
BELANGRIJK!
41
Advertenties
Inhoudsopgave
