Onderhoud
Alvorens service of bijstellingen aan het voertuig te
verrichten moet de motor worden afgezet, de handrem
worden aangetrokken en de contactsleutel worden
verwijderd. Eventuele lading moet uit de laadbak of een
hulpwerktuig worden gehaald voordat met werk onder een
omhooggebrachte laadbak wordt aangevangen. Begin hier
pas aan nadat de veiligheidssteun aan de volledig uitge-
schoven cilinderhefstang is aangebracht. Draai de
veiligheidssteun altijd eerst in de neerstand voor u verder
gaat.
SMERING VAN LAGERS EN
BUSSEN
Het voertuig heeft smeernippels die regelmatig gesmeerd
moet worden met Nr.2 Smeervet op lithiumbasis voor
algemene doeleinden. Indien de machine gebruikt wordt
onder normale omstandigheden moeten alle lagers en
lagerbussen na elke 100 bedrijfsuren gesmeerd worden.
Indien de machine zwaar belast wordt moet deze vaker
gesmeerd worden.
De smeernippels bevinden zich op de volgende plaatsen in
de volgende aantallen: Centerpen-uiteinden (4) (Afb. 16);
Kogelgewrichten voor (4) (Afb. 16); Aandrijfassen achter
(6) (Afb. 17); Mid-aandrijfas—uitsluitend 4-
wielaandrijving (3) (Afb. 18); Scharnierpunten pedalen (4)
(Afb. 19); Stuuras (1) (Afb. 20); draaiende lagerbussen (2)
(Afb. 21) en Hendel regulateurinstelling (1) (Afb. 22).
BELANGRIJK: Bij het smeren van de universele
kruisstuklagers van de aandrijfas moet het vet zolang
in elk kruisstuk worden gepompt, tot het bij alle vier
de lagercups naar buiten komt.
1. Veeg de smeernippel schoon, zodat er geen vreemde
stoffen in het lager of de lagerbus kunnen komen.
2. Pomp smeer in het lager of de lagerbus.
3. Verwijder overtollig smeer.
32
Afbeelding 16
Afbeelding 17
Afbeelding 18