Bediening
beste manier om ongevallen met werkvoertuigen te
voorkomen is gelegen in de constante supervisie en
training van de bestuurders en in het onafgebroken in de
Omslaan kan zich voordoen bij
verkeerde bediening van het voertuig
en verwonding of dood tengevolge
gaten houden van de omstandigheden van het terrein waar
met het voertuig wordt gewerkt.
Teneinde zichzelf en anderen ernstige verwonding of erger
te besparen kunnen bestuurders zichzelf het beste zo goed
en snel mogelijk vertrouwd maken met de juiste bediening
van het voertuig, en behoren tijdens het rijden oplettend te
blijven en handelingen en omstandigheden te vermijden
die tot een ongeval kunnen leiden. Wanneer het voertuig
omslaat wordt het risico op ernstig letsel of dood
verminderd indien de bestuurder het rollover-beveiligings-
systeem gebruikt en de gegeven instructies opvolgt.
HEUVELS
Op heuvels dient men extra voorzichtig te zijn. Ga nooit
een bijzonder steile heuvel op. Stoppen in heuvelafwaartse
richting duurt langer dan op een horizontaal vlak. Draaien
tijdens het bestijgen of afdalen van een heuvel is riskanter
dan op een horizontaal. Draaien wanneer men heuvelaf
rijdt, vooral met ingedrukte rempedaal, en wanneer men
schuin heuvelop rijdt, is uitermate gevaarlijk. Zelfs bij
lage snelheid en zonder lading is omslaan op een heuvel
geen uitzondering wanneer een draaibeweging wordt
uitgevoerd.
Verminder vaart en schakel terug naar een lagere
versnelling voordat u aan de bestijging of afdaling van een
heuvel begint. Als u op een heuvel moet draaien doe dit
26
hebben
dan zo langzaam en voorzichtig mogelijk. Draai op een
heuvel nooit scherp of snel.
WAARSCHUWING
Kantelen van het voertuig op een heuvel kan ernstig
lichamelijk letsel veroorzaken.
•
Als de motor afslaat of het voertuig snelheid verliest
op een heuvel tracht dan nooit om te keren.
•
Rijdt altijd recht achteruit de heuvel af met de
versnelling in de achteruitstand.
•
Rijdt nooit achteruit met de versnelling in de
vrijstand of ingedrukte koppelingspedaal. Gebruik
uitsluitend de rempedaal.
•
Rijdt op een steile helling nooit in schuine richting
maar altijd recht omhoog en omlaag.
•
Vermijdt het maken van bochten op een heuvel.
•
Laat de koppelingspedaal niet onverhoeds los en ga
niet op de rem staan. Plotselinge
snelheidsverandering kan omslaan veroorzaken.
Als de motor afslaat of het voertuig snelheid verliest
terwijl u een steile helling opgaat, rem dan ogenblikkelijk,
schakel naar de vrijstand, start (zo nodig) de motor weer
en zet de versnelling in zijn achteruit. Bij stationaire
snelheid versterken motor- en achterbrugweerstand de
remfunctie om het voertuig te controleren zodat het
daarmee veiliger wordt om achterwaarts de heuvel af te
rijden.
Verminder het gewicht van de lading als het een steile
helling betreft of als het zwaartepunt van de lading hoog
ligt. Vergeet nooit dat ladingen kunnen schuiven, zodat ze
goed moeten worden vastgesjord.
Attentie
De Workman 3200
klimcapaciteiten die door het differentieelslot
worden vergroot. Meer tractie om heuvels
beter te kunnen bestijgen kan tevens worden
bereikt door de achterkant van het voertuig
op één van de volgende manieren te
verzwaren:
®
bezit uitstekende