• Het plaatsen van (goed te bevestigen)
gewicht in de laadbak.
• Het aanbrengen van gewichten aan de
achterwielen.
• Toevoeging van vloeibare ballast
(calciumchloride) in de achterbanden.
• De tractie neemt ook toe wanneer geen
passagier voorin meerijdt.
LADEN EN LOSSEN
Het gewicht en de positie van lading en passagier kunnen
het zwaartepunt van het voertuig verleggen en de
besturing beïnvloeden. Om verlies van de macht over het
stuur en lichamelijk letsel te voorkomen dienen de
volgende richtlijnen te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING
De laadbak gaat omlaag wanneer het hefhendel wordt
neergedrukt, ook als de motor is afgezet. Het afzetten
van de motor verhindert de bak NIET om te zakken.
Bevestig altijd de veiligheidssteun aan de uitgeschoven
cilinderhefstang om de bak omhoog te houden in
gevallen dat hij voorlopig in deze positie moet blijven
Vervoer geen ladingen die het toegestane gewicht
overschrijden dat is aangegeven op de gewichtslabel van
het voertuig.
WAARSCHUWING
Wanneer de laadbak wordt neergelaten is het mogelijk
dat uw handen of andere lichaamsdelen -of die van
omstanders- zich per ongeluk op de verkeerde plaats
bevinden en bekneld raken. Neem grote voorzichtigheid
in acht opdat niemand ooit gewond wordt. Voorkom
verder dat lading op iemands voeten wordt gestort. Dit
mag komisch lijken maar is in feite potentieel gevaarlijk.
Het voertuig beschikt over verschillende bakken,
platforms en hulpwerktuigen. Deze kunnen in diverse
combinaties worden gebruikt ten behoeve van maximale
inhoud en veelzijdigheid. De grootste bak meet 140 cm
breed x 160 cm lang en kan ruim 900 kg evenwichtig
gespreide lading bevatten.
De spreiding van uiteenlopende ladingen verschilt. Zand
kan gelijkmatig en vrij laag worden verdeeld. Andere
lading zoals, bijvoorbeeld, bakstenen, kunstmest of houten
afscheidingspaaltjes wordt hoger opgestapeld.
De hoogte en het gewicht van een lading hebben een sterk
effect op de mogelijkheid tot kantelen van het voertuig.
Hoe hoger de lading, des te waarschijnlijker dit wordt. Het
kan zijn dat een lading met het volle gewicht van 900 kg
naar uw gevoel te hoog stapelt om veilig te vervoeren.
Vermindering van het totale gewicht is één manier om het
risico op omslaan te verkleinen. Verdeling van de lading
tot een lager niveau is een andere.
Wanneer het gewicht van de lading meer aan één kant rust
dan in het midden, is het voertuig veel meer geneigd—aan
de betreffende kant—om te slaan. Dit geldt vooral bij
draaien met de lading aan de buitenkant van de bocht.
Plaats nooit een zware lading achter de achterbrug. Indien
dit het geval is wordt het gewicht op de voorwielen
verminderd en daarmee de stuurtractie. Wanneer de lading
helemaal achterin ligt kunnen de voorwielen zelfs van de
grond komen bij het rijden over hobbels of
heuvelopwaarts. Hierdoor verliest men de macht over het
stuur en is het zelfs niet uitgesloten dat het voertuig
omslaat.
Als algemene regel luidt dat het gewicht van de lading
evenwichtig van voren naar achteren en van links naar
rechts moet worden verdeeld.
Als een lading niet goed is vastgemaakt of wanneer een
grote container met vloeistof, zoals een sproeimiddel,
wordt vervoerd kan schuiven optreden. Dit gebeurt
doorgaans bij het nemen van een bocht, wanneer men
heuvelop of heuvelaf gaat, plotseling van snelheid
verandert of over ruw terrein rijdt. Schuivende lading kan
leiden tot omslaan, zodat u altijd moet zorgen voor stevige
bevestiging. Los een lading nooit terwijl het voertuig
dwars op een helling staat.
Zware ladingen veroorzaken een langere remweg en
verminderen uw vermogen om snel van richting te
veranderen zonder dat het voertuig omslaat.
De laadbak is uitsluitend bestemd voor vervoer van
Bediening
27