5.3
Veiligheidsvoorschriften voor specifieke gebruiksfasen
Storingen en schade aan de machine moeten onmiddellijk na ontdekking worden gemeld.
Van elke werkmethode die de veiligheid in gevaar kan brengen, moet worden afgezien!
Er moet worden gezorgd voor voldoende verlichting (min. 500 lux) bij de machine!
5.3.1 Voor het werken
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, gehoorbescherming, stof-
masker), nauwsluitende kleding en eventueel een haarnetje! Doe polshorloges, halskettingen en andere
sieraden af.
Gebruik de machine alleen als deze in goede en veilige staat verkeert. Controleer de machine echter ten
minste eenmaal per dienst op uiterlijk zichtbare schade en defecten voordat u met het werk aan de machine
begint. Meld opgetreden veranderingen (ook in het bedieningsgedrag) onmiddellijk aan het verantwoorde-
lijke kantoor of de verantwoordelijke persoon. Stop de machine indien nodig onmiddellijk en beveilig de
machine tegen opnieuw inschakelen.
De machine moet aangesloten worden op een effectief afzuigsysteem voor de eerste opstart. Dit vereist
een stroomsnelheid van minstens 20 m/s voor droge spaanders en 28 m/s voor vochtige spaanders (18 %
vocht of meer).
Voordat u met de zaagwerkzaamheden begint, moet u de werkstuksteunvlakken van de roltafels en de ma-
chinetafel reinigen en alle voorwerpen en gereedschappen van de steunvlakken van de tafels verwijderen.
Gebruik alleen scherpe, scheurvrije en voldoende ingestelde lintzaagbladen.
Controleer of het zaagblad correct is uitgelijnd op het lintzaagwielen.
Controleer of de zaagbladgeleider correct is afgesteld (achterrol, zijdelingse geleidebekken).
Plaats de zaagbladbescherming altijd zo ver mogelijk naar beneden.
Zorg ervoor dat de snede voor het zaagblad in het tafelinzetstuk zo smal mogelijk is.
De vloer moet vlak, voldoende slipvast en vrij van vuil zijn.
Houd de vloer vrij van struikelgevaar in de bewegingszone rond de machine.
De werkplek moet voldoende verlicht zijn door plaatselijke verlichting.
Als er handschoenen nodig zijn voor het hanteren van het werkstuk, moeten deze vingerloos zijn.
Trek beschermende handschoenen aan bij het verwisselen van het lintzaagblad.
Zorg voor containers voor afvalstukken.
5.3.2 Normale werking
Beschermingsmiddelen: Neem maatregelen om ervoor te zorgen dat de machine alleen in een veilige en
functionele toestand kan worden gebruikt. Gebruik de machine alleen als alle afschermingen en veilig-
heidsvoorzieningen zoals
- afneembare afschermingen,
- noodstopvoorzieningen,
- geluidsisolatie,
- afzuiginrichting
aanwezig en in orde zijn.
Werkstuk: Controleer het werkstuk vóór het werkproces op
- vreemde insluitsels
- knopen
- verdraaiingen
en andere onregelmatigheden.
BA_PH_TBS-800R-900R_NL_36-23.docx
22