4.5
Personeelstraining
Alle bedieners van de machine moeten voldoende zijn opgeleid in de bediening en het onderhoud van de ma-
chine. Specifiek moet de training het volgende omvatten:
•
Algemene regels voor het gebruik van de machine, de juiste bediening, de juiste instelling van de ma-
chine, de aanslag, de aanvoereenheid en alle veiligheidsvoorzieningen.
•
Correcte behandeling van de werkstukken tijdens het bewerkingsproces.
•
Het personeel moet worden geïnformeerd over gevaren, risico's en geschikte beschermingsmaatregelen.
•
Het personeel moet getraind zijn in het regelmatig inspecteren van de beveiligingsmiddelen.
•
Het personeel moet getraind zijn in het gebruik van de afschermingen.
•
Het personeel moet de toepasselijke veiligheidsvoorschriften begrijpen en naleven.
4.6
Vereisten voor de exploitanten
•
De Bandherzaagmachine mag alleen worden bediend door geschoold personeel dat ook deze bedienings-
en onderhoudshandleiding heeft gelezen.
•
Inspectie, onderhoud, reiniging en reparatie mogen alleen worden uitgevoerd door technische specialisten
met een productspecifieke opleiding en een mechanische en/of elektrische opleiding.
•
Specialisten met een productspecifieke opleiding moeten worden aangesteld en verantwoordelijk worden
gesteld voor de planning en de controle van de werkzaamheden.
•
De wettelijke minimumleeftijd moet in acht worden genomen.
•
De nationale voorschriften ter bescherming van de werknemers moeten worden nageleefd.
4.7
Advies over ongevallenpreventie
De volgende veiligheidsvoorschriften en verplichtingen zijn van toepassing bij het omgaan met de machine:
•
Voorkom dat onbevoegden toegang hebben tot de machine.
•
Houd rekening met de instructies in sectie 5.4 "Gevarenzones op de bandherzaag".
•
Houd vreemden uit de buurt van de gevarenzones en de gevaarlijke punten.
•
De aanwezige vreemden herhaaldelijk informeren over bestaande restrisico's (zie sectie 5.1.6).
•
Herhaalde opleiding en instructie voor personen die in de buurt van een bandherzaagmachine moeten
zijn, die ook wordt geregistreerd.
•
Nieuwe werknemers moeten intern worden opgeleid op de bandherzaagmachine en deze opleiding moet
worden gedocumenteerd.
4.8
Algemene veiligheidsvoorschriften
In het algemeen gelden de volgende veiligheidsvoorschriften en verplichtingen bij de omgang met de machine:
•
Een bandherzaagmachine mag alleen in perfecte en schone staat worden gebruikt.
•
Het is verboden om beveiligings-, veiligheids- of bewakingsapparatuur te verwijderen, te wijzigen, te om-
zeilen of te omzeilen.
•
Het is verboden een bandherzaagmachine om te bouwen of te wijzigen zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant/leverancier.
•
Storingen of beschadigingen moeten onmiddellijk aan de exploitant worden gemeld. Deze moeten onmid-
dellijk worden verwijderd en indien nodig gerepareerd.
•
Voor reparaties mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
•
Alle beschermings-, veiligheids- en controle-inrichtingen moeten regelmatig door de exploitant worden ge-
controleerd en onderhouden.
•
Alleen geïnstrueerde, opgeleide of gekwalificeerde personen mogen aan deze machine werken.
•
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd en gedocumenteerd overeenkomstig de on-
derhoudsvoorschriften.
•
Na onderhoud of reparatie mag de machine alleen worden gestart als alle afschermingen zijn gemonteerd.
Hiervoor moet een verantwoordelijke persoon worden aangewezen die de correcte installatie van de be-
veiligingsinrichtingen controleert.
•
Voor de bediening van een bandherzaagmachine gelden de desbetreffende nationale beschermingsvoor-
schriften voor werknemers en de nationale veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften.
BA_PH_TBS-800R-900R_NL_36-23.docx
16