STROOMONDERBREKERS
Stroomonderbrekers beveiligen de stroomcircuits
tegen overbelasting; ze kunnen steeds opnieuw
worden ingesteld. Als een circuit overbelast raakt,
wordt de stroomtoevoer onderbroken. Hierna
moet de stroomonderbreker met de hand weer
opnieuw worden ingeschakeld. Druk op de
instelknop nadat de stroomonderbreker is
afgekoeld.
De stroomonderbrekers 1 tot en met 8 bevinden
zich achter de bestuurdersstoel.
De stroomonderbrekers 9 tot en met 16 bevinden
zich achter het toegangspaneel van de
stuurbehuizing.
T12 9009921 (3−2013)
Stroomonderbreker 17 bevindt zich in de optionele
verlichtingsset boven op de vuilwatertank.
Als het circuit nog steeds overbelast is, blijft de
stroomonderbreker ingeschakeld totdat het
probleem is verholpen.
Hieronder vindt u een overzicht van de
stroomonderbrekers en de circuits die ze
beveiligen:
Stroom
Toelaat−
onder−
baar
breker
vermogen
SO1
80 A
Aandrijfsysteem
SO2
2 A
Telemetrisch systeem
Hoofdschakelaar − starten
SO3
2,5 A
SO4
2,5 A
Schrobsysteem
SO5
60 A
Schrobmodule
SO6
2,5 A
ec−H2O−module (optioneel)
SO7
2,5 A
ec−H2O−pomp (optioneel)
SO8
2,5 A
Niet gebruikt
SO9
20 A
Zijborstelmodule (optioneel)
SO10
2,5 A
Zijborstelsysteem (optioneel)
SO11
15 A
Pomp sproeistuk (optioneel)
SO12
15 A
Verlichting (optioneel)
SO13
2,5 A
Koplampen/achterlampen
(optioneel)
SO14
2,5 A
Zwaailicht op overkapping
(optioneel)
SO15
2,5 A
Zwaailichten (optioneel)
SO16
N.v.t.
Niet gebruikt
SO17
2,5 A
Zwaailicht voor achteruitrijden
(optioneel)
ONDERHOUD
Beveiligd circuit
45