BEDIENING
6. Om lekken te voorkomen, reinigt u het
uiteinde van het mondstuk en de binnenzijde
van het aankoppelstuk van de aftapslang.
OPMERKING: Reinig de tanks NIET met stoom.
Door overmatige hitte kunnen de tanks en andere
onderdelen beschadigd raken.
7. Draai het aankoppelstuk dicht en breng de
aftapslang weer aan op de vuilwatertank.
8. Controleer dagelijks het inlaatfilter van de
vacuümventilator. Als het inlaatfilter vuil is,
reinigt u het met een vochtige doek of spuit u
het schoon met een slang. Laat het filter
helemaal opdrogen alvorens het terug te
plaatsen in de machine.
28
9. Haal het rooster van het afzuigsysteem uit de
vuilwatertank en maak het rooster schoon.
10. Verwijder de vuilvergaarbak uit de
vuilwatertank en spoel alle resten van de
vuilvergaarbak af.
11. Sluit het deksel van de vuilwatertank.
12. Cilindrische schrobkop: Neem de vuilvergaarbak
uit en reinig deze. Plaats de schone
vuilvergaarbak terug in de schrobkop.
OPMERKING: Om de vuilvergaarbak te kunnen
verwijderen, dient u de schrobkop ongeveer 25 mm
(1 in.) te laten zakken.
OPMERKING: U kunt de vuilvergaarbak
uitsluitend via de rechterzijde van de machine
uitnemen.
T12 9009921 (3−2013)