Tips:
Met * krijgt u tips over vormen, toebehoren en de
inschuifhoogte. Met ™ verlaat u deze weergave.
Aanwijzingen:
Met ( krijgt u aanwijzingen voor de bereiding. Bij
belangrijke informatie en verzoeken om te handelen
verschijnt het symbool ). Met ™ verlaat u deze
weergave.
Bij vele gerechten verschijnen tijdens de bereiding
aanwijzingen op het display om te keren of om te roeren.
Volg deze aanwijzingen op. Bij het openen van de
apparaatdeur wordt de werking stopgezet. Na het
sluiten van de apparaatdeur de werking met
I
voortzetten. Wanneer u het gerecht niet keert of
omroert loopt het programma toch normaal verder tot
het einde.
Pauze:
H
Met
kunt u de werking stopzetten. Met
werking voortgezet.
Uitschakelen:
Om de werking af te breken en de instellingen te
wissen, draait u de functiekeuzeknop op 0.
Individueel aanpassen
Komt het kookresultaat van een programma overeen met
uw verwachtingen, dan kunt u het voor de start van het
programma individueel aanpassen. Stel in volgens de
beschrijving bij punt 1 tot 4.
Met % de individuele instellingen kiezen.
1
C
de functie Kookresultaat o kiezen.
2
Met
3
Met de draaiknop het kookresultaat instellen.
Naar links = bereidingsresultaat zwakker.
Naar rechts = bereidingsresultaat sterker.
Met ™ bevestigen.
4
Op het display wordt een ander programma
weergegeven. De tijdsduur is gewijzigd.
18
5
Aanwijzing: Deze wijziging geldt altijd alleen voor het
actuele programmaproces. Bij de volgende opvragen
gelden weer de oorspronkelijke waarden van het
automatische programma.
Aanwijzingen voor automatische
programma's
Zet de levensmiddelen in de onverwarmde oven.
Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt u
het exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar
boven of beneden af.
Gebruik voor de programma's altijd vormen die geschikt
zijn voor de magnetron, bijv. van glas of keramiek. Let
op de tips over de toebehoren in de programmatabel.
Na de tips vindt u een tabel met geschikte
levensmiddelen, het betreffende gewichtsbereik en de
benodigde toebehoren.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
gewichtsbereik.
Bij veel gerechten klinkt na enige tijd een signaal. Keer
het gerecht of roer het om.
I
wordt de
Ontdooien:
▯
▯
▯
▯
▯
▯
▯
▯
Groente:
▯
I
Met
starten.
De werking start. U kunt het verloop van de
tijdsduur aflezen.
Levensmiddelen zo vlak mogelijk en verdeeld in
porties bij -18°C invriezen en bewaren.
De diepvriesproducten op een ondiepe vorm van
bijv. glas of porselein leggen.
Na het ontdooien de levensmiddelen met het oog
op een gelijkmatige temperatuurverdeling nog 15
tot 90 minuten laten rusten.
Bij het ontdooien van vlees en gevogelte ontstaat
vloeistof. Verwijder dit tijdens het keren. Gebruik
het in geen geval verder en laat het niet met andere
levensmiddelen in aanraking komen.
Brood en broodjes dient u alleen in de benodigde
hoeveelheid te ontdooien. Ze worden snel
oudbakken.
De broodjes in de oven leggen terwijl ze nog niet-
ontdooid zijn. Alleen afgebakken broodjes zijn
hiervoor geschikt.
Gehakt dat al ontdooid is na het keren verwijderen.
Gevogelte in zijn geheel eerst met de kant van het
vel op de vorm leggen.
verse groente: in stukken van gelijke grootte
snijden. Per 100 g een eetlepel water toevoegen.