1.5 Bedrijfscontrole
De luchtontvochtiger wordt geregeld en gecontroleerd via het controlepaneel aan de voorzijde van het
apparaat, zie paragraaf 5.1, Controlepaneel. De HMI (Human Machine Interface) wordt gebruikt om de
waarden en parameters weer te geven en om instellingen en commando's voor het regelsysteem in te voeren.
De HMI wordt in de afzonderlijke bijlage beschreven.
1.6 Beperkingen aan het gebruik
De luchtontvochtiger voldoet aan de emissiegrenzen voor huishoudelijke, handels- en lichtindustriële
omgevingen, met uitzondering van de emissiegrenzen voor harmonischen (EN 61000-3-12).
Aangezien de apparatuur de grenzen voor harmonischen overschrijdt, mag deze niet worden gebruikt
in een huishoudelijke, handels- of lichtindustriële omgeving zonder passende maatregelen voor de
voedingsinstallatie, zoals het voeden van de apparatuur via een speciale transformator aangesloten op het
hoog- of middenspanningsnet.
De luchtontvochtiger mag uitsluitend worden gebruikt in industriële omgevingen (klasse A) wanneer
de HMI is uitgerust met een aanraakpaneel. Als de HMI is uitgerust met een tekstpaneel mag de
luchtontvochtiger in alle omgevingen worden gebruikt omdat het tekstpaneel is goedgekeurd volgens klasse
B.
1.7 Storingsmeldingen
Eventuele storingen worden aangegeven door het rode lampje op het controlepaneel. De oorzaak van het
alarm wordt weergegeven op het display.
Inleiding
3
190TNL-1081–J1408