2.5 Gasbrander
Op alle luchtontvochtigers van de MCD-serie worden directgestookte gasbranders toegepast. De brander
werkt op aardgas of propaan (optie) en maakt gebruik van de regeneratielucht als zuurstoftoevoer voor
de verbranding. Een juiste regeneratieluchtstroom is dan ook essentieel voor een efficiënte werking van
de brander.
Voor optimale prestaties moet de regeneratielucht ten minste 20 % zuurstof bevatten. Retourlucht van de
brander kan niet worden gebruikt. Voor een efficiënte werking van de gasbrander is het tevens van belang
dat de afvoer voor natte lucht juist wordt aangebracht. Voorkomen moet worden dat de natte lucht in
de regeneratieluchttoevoer kan komen.
De brander is gemonteerd in de regeneratieluchtstroom. Het gas wordt gemengd met de regeneratielucht in
de ruimte tussen de V-vormige mengplaten.
Een ontstekingsbougie en ionisatiestaaf maken deel uit van de verbrandingskamer van de
brander. De ionisatie-elektrode stuurt volgens het ionisatieprincipe een 'vlam'-signaal naar de
branderbeveiligingsautomaat.
Het werkingsprincipe, met een constante luchtstroom en een drukval over de brander, zorgt voor een goede
menging van gas en regeneratielucht.
1
2
3
4
5
Figuur 2.6 Gasbranderstraat
10
6
Ontwerp van de luchtontvochtiger
1. Mengplaten
2. Eindplaat
3. Ionisatiestaaf
4. Ontstekingstransformator
5. Ontstekingselektrode
6. Branderkop
190TNL-1081–J1408