6.9 Onderhoudsschema voor de gasverwarming
De inspectie- en onderhoudsprocedures staan beschreven in onderstaande tabel.
WAARSCHUWING!
Aanpassingen, onderhoudswerkzaamheden en reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat bekend is met de gevaren die zijn verbonden aan bediening en onderhoud van
apparatuur met hoge spanningen, hoge temperaturen en brandbare gassen.
WAARSCHUWING!
Lekkend gas kan brand of een explosie veroorzaken. Voer altijd een lekkagetest uit wanneer de gasverwarming is
gedemonteerd en opnieuw gemonteerd. Gebruik lekdetectiespray of een soortgelijk middel.
Onderdeel
Regeneratielucht
Elektrische onderdelen en
bedrading
Gasbrander
Gasfilter
Ontstekingselektrode
Ionisatie-elektrode
190TNL-1081–J1408
6 - 12 maanden
Controleer de luchtstroom en stel indien nodig de regeling bij.
Controleer elektrische onderdelen en bedrading op
beschadigingen en tekenen van oververhitting.
Inspecteer de vlam en controleer dat ze gelijkmatig brandt en
de juiste hoogte en kleur heeft.
Controleer het gasfilter op het GasMultiBloc op verstopping.
Reinig of vervang zonodig het filter.
Reinig de ontstekingsbougie. Controleer dat de
siliconenkabel en aansluitstekker voor ontstekingselektrode
niet beschadigd zijn. Controleer dat de isolatie rondom de
vonkspleet niet is gebarsten of gebroken. Vervang zonodig
de ontstekingselektrode.
Reinig de ionisatiestaaf. Controleer dat de ionisatie-
elektrode correct is gemonteerd en niet is beschadigd.
Controleer dat de siliconenkabel en de aansluitstekker
ionisatie-elektrode niet beschadigd zijn.
Service en onderhoud
Inspectie
24 maanden
Controleer de luchtstroom en stel indien nodig de regeling
bij. .
Controleer elektrische onderdelen en bedrading op
beschadigingen en tekenen van oververhitting. Controleer
dat alle elektrische aansluitingen vastzitten en niet
beschadigd zijn.
Inspecteer de vlam en controleer dat ze gelijkmatig brandt
en de juiste hoogte en kleur heeft. Eventuele aanslag of
vreemde deeltjes onder in het brandercompartiment moeten
worden verwijderd. Eventuele ophoping van aanslag of
vreemde deeltjes aan beide zijden van de mengplaten moet
worden verwijderd met een staalborstel. Controleer dat
de gaatjes in de mengplaten of branderopeningen niet zijn
verstopt. De branderopeningen mogen niet worden vergroot;
dit heeft een nadelig effect op de prestaties.
Controleer het gasfilter op het GasMultiBloc op verstopping.
Reinig of vervang zonodig het filter.
Reinig de ontstekingsbougie. Controleer dat de
siliconenkabel en aansluitstekker voor ontstekingselektrode
niet beschadigd zijn. Controleer dat de isolatie rondom de
vonkspleet niet is gebarsten of gebroken. Vervang zonodig
de ontstekingselektrode.
Reinig de ionisatiestaaf. Controleer dat de ionisatie-
elektrode correct is gemonteerd en niet is beschadigd.
Controleer dat de siliconenkabel en de aansluitstekker
ionisatie-elektrode niet beschadigd zijn.
49