6.10 Luchtfilter vervangen
6.10.1 Voorbereidingen
1. Zet de standenschakelaar in de stand 0.
2. Wacht 60 seconden om de verwarming te laten afkoelen.
3. Zet de hoofdschakelaar op 0 en vergrendel de schakelaar.
6.10.2 Regeneratieluchtfilter
1. Maak de twee klembouten en verwijder het deksel van de filterkast, zie Figuur 6.1 en Figuur 6.2 .
2. Trek het filter uit de filterkast, zie Figuur 6.3 .
3. Reinig de filterkast met een stofzuiger.
4. Duw het nieuwe filter in de filterkast. Controleer dat de pijlrichting op het filter overeenkomt met de
richting van de luchtstroom, zie Figuur 6.4 .
5. Monteer het eindpaneel en sluit de klemmen.
Figuur 6.1
Figuur 6.3
190TNL-1081–J1408
Figuur 6.2
Figuur 6.4
Service en onderhoud
51