2.8
Plichten van de gebruiker
3
Toepassing/gebruik
3.1
Toepassing
3.2
Niet-beoogd gebruik
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Yonos GIGA-N
Toepassing/gebruik
ƒ
Neem gelekte transportmedia en bedrijfsstoffen direct op en voer deze conform de
lokaal geldende richtlijnen af.
ƒ
Het gereedschap moet worden bewaard op de daarvoor bestemde plaatsen.
ƒ
Onmiddellijk na voltooiing van de werkzaamheden moeten alle veiligheids- en be-
wakingsinrichtingen opnieuw worden aangebracht en op de juiste werking worden
getest.
De gebruiker moet:
ƒ
De inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van het personeel ter beschikking
stellen.
ƒ
Voor de vereiste opleiding van het personeel voor de aangegeven werkzaamheden
zorgen.
ƒ
De aangebrachte veiligheids- en instructieplaatjes op het product moeten perma-
nent leesbaar worden gehouden.
ƒ
Het personeel over de werking van de installatie instrueren.
ƒ
Risico's verbonden aan het gebruik van elektriciteit moeten worden uitgesloten.
ƒ
Onderdelen van de installatie die gevaar kunnen opleveren (extreem koud, extreem
warm, draaiend enz.), voorzien van door de klant te leveren aanrakingsbeveiligingen.
ƒ
Markeer de gevarenzone en sluit dit af.
ƒ
Zorg voor een gedefinieerde werkindeling voor het personeel, die resulteert in veilige
werkprocessen.
Voor kinderen en personen jonger dan 16 jaar, of met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vaardigheden, is de omgang met het product verboden! Personen jonger dan
18 jaar moeten onder toezicht van een vakman staan!
De droogloperpompen van de serie Wilo-Yonos GIGA-N zijn bestemd voor het gebruik
als circulatiepompen in de gebouwentechniek.
De pompen Wilo-Yonos GIGA-N mogen alleen worden gebruikt voor:
ƒ
Warmwater-verwarmingssystemen
ƒ
Koel- en koudwatercircuits
ƒ
Industriële circulatie-installaties
ƒ
Warmtedragercircuits
ƒ
Irrigatie
De pompen zijn alleen toegestaan voor de in het punt "Technische gegevens" genoem-
de vloeistoffen.
Installatie binnen een gebouw
Typische montageplaatsen zijn technische ruimten in het gebouw waar zich ook andere
technische installaties bevinden. De pomp is niet geschikt voor de directe installatie in
ruimten die voor andere doeleinden worden gebruikt (woon- en werkruimten). De
montagelocatie moet droog, goed geventileerd en vorstveilig zijn.
Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling)
ƒ
Installeer de pomp in een huis die bescherming biedt tegen weersinvloeden. Neem
de omgevingstemperaturen in acht. Toegestane omgevingstemperatuur bij buiten-
opstelling, zie tabel "Technische gegevens".
ƒ
Bescherm de pomp tegen weersinvloeden zoals rechtstreekse zoninstraling, regen,
sneeuw.
ƒ
Voorkom de vorming van condensaat door passende maatregelen te treffen.
Beoogd gebruik betekent ook dat u zich aan deze handleiding houdt. Elk ander gebruik
wordt gezien als niet beoogd.
WAARSCHUWING! Onjuist gebruik van de pomp kan tot gevaarlijke situaties en tot
materiële schade leiden.
ƒ
Gebruik de pomp nooit voor vloeistoffen die niet zijn toegestaan door de fabrikant.
ƒ
Niet-toegestane stoffen in de vloeistof kunnen de pomp vernielen. Door abrasieve
vaste stoffen (bijv. zand) neemt de slijtage van de pomp toe.
ƒ
Houd licht ontvlambare materialen/vloeistoffen uit de buurt van het product.
ƒ
Laat nooit onbevoegde personen werkzaamheden uitvoeren.
ƒ
Gebruik nooit buiten het aangegeven toepassingsgebied.
ƒ
Voer nooit zelf ombouwwerkzaamheden uit.
nl
9